|
Nickerie - verleden, heden en de toekomst |
|
door Kenneth R. Donk |
De vrucht en de boom
Dat mijn bezoek aan een eettentje op de markt te Nickerie zou kunnen resulteren in het schrijven van mijn volgend artikel, had ik niet gedacht. Maar laat mij u niet in de spanning laten en direct van wal steken van hoe het allemaal is begonnen.
Het
was op de woensdagmorgen van 30 april
2003 dat ik rustig zat te
eten,genoot van een broodje gezouten
vis en een bakje koffie, toen omstreeks
kwart over zes mijn vriend Djo,
binnenstapte. Hem ken ik van deze
zelfde markt. Ik ontmoette hem in de
periode van de moeilijke negentiger
jaren van de vorige eeuw, toen ik als
salesman snoep en winkelproducten te
koop aanbood en hij groente op de markt
verkocht. Dat ik nu geen goederen meer
verhandel, heeft te maken met het feit
dat de concurrentie rond ’97 zo
moordend werd, de marktventers niet op
tijd konden betalen vanwege de slechte
verkoop en ik maar besloot te stoppen.
Gelukkig begon de ondernemer R,Sookha
in Nickerie met het opzetten van een
regionale tv-station waar ik als
parttime-medewerker kon meedoen
met het presenteren van het nieuws, en
het herschrijven van teksten. Dus kon
ik mij enigszins verweren tegen de
steeds oprukkende armoede, die een mens
tot in de ziel kan raken en je doet
gevoelen als een stuurloze boot dat aan
de willekeur van een woeste zee is
overgelaten. Want ook in mijn geliefde
en mooie district Nickerie is het werk
van de armoedespook duidelijk
zichtbaar.
Er heerst naast een grote mate van verborgen werkloosheid binnen de gezinsbedrijven van de landbouwers, ook een structurele werkloosheid die vooral is toegenomen na de ontslagen bij het bacovenbedrijf. Vele gezinnen zijn tot wanhoop gedreven en er is geen hoop meer voor een betere toekomst. De mensen leven van dag tot dag in een sociaal-maatschappelijk milieu van vernedering, angst en apathie. Vernedering om als arbeider te moeten ervaren, na verrichte arbeid ,loon te ontvangen dat niet eens voldoende is voor het minimale onderhoud van het gezin. Angst door de ervaring geen enkel kant op te kunnen, trots de beloften van regeerders steeds dieper in het moeras van armoede weg te zakken. Apathie die ontstaat door de geestelijke pijnen, verdriet en wanhoop, zich gevoelen als in het nauw gedreven dier, dat zich bij de naderende dood neerlegt.
Met het verslechteren van de situatie is duidelijk een toename van het gebruik van drugs en alcohol waar te nemen. Kinderen worden onhandelbaar, gezinnen spatten uit elkaar, sexueelmisbruik en incest worden in de taboesfeer gehouden. Geen wonder dat het zelfmoordcijfer procentueel, hier ruim vijf maal zo hoog is dan het gemiddelde percentage dat in de wereld als “normaal” wordt gezien. Het is niet alleen goed, maar ook noodzakelijk dat dit probleem van zelfdoding in Nickerie wordt aangepakt. Nickerie zou ook vanuit dit perspectief nader bekeken moeten worden.
Vanuit
de plaats waar ik zat had ik een goed
uitzicht op de nog lege parkeerplaats
aan de westelijke zijde van de markt,
waar normaal de PN-bussen
(Paramribo-Nickerie, ik zou vandaag
voor S.O.B.-zaken afreizen) en de
bussen die als route de Westelijke
Polders hebben, parkeren. Daarachter
het Brassaplein met het historische
gebouw waar het commissariaat gevestigd
is en
verder het eveneens historisch
kanaal waarlangs palmbomen zijn
geplant. Het kanaal dat het oude
Nw.Nickerie verdeelt in een oostelijk
en westelijk deel.
Dus kwam Djo binnen en begon met mij een ongedwongen gesprek dat een geestelijk karakter droeg. Naar het scheen was hij niet lang terug een “nieuw mens” geworden, want hij sprak vol van geest en verdedigde met inspiratie zijn betoog.
Op een gegeven moment vroeg hij mij,waarom het zo moest zijn, dat Jezus in gelijkenissen tot zijn discipelen sprak. Hij kende het antwoord niet, en hij was er zeker van, dat ik hem hedenmorgen het antwoord zou geven. Toen ik hem na wat nagedacht te hebben antwoordde, dat de volgelingen en de Meester zich juist daarin zouden herkennen, mocht ik volstrekt geen woord meer aan toevoegen, was hij tevreden en was voor hem de dag als gezegend. En toen wij al babbelend kwamen bij het zonde vraagstuk en de verboden vrucht van de boom des levens, de mens met het eten daarvan het kwaad over zich haalde ,spoot uit de mond van Djo de uitspraak:” Het eerste mensenpaar heeft van de vrucht gegeten, maar wij eten niet alleen de vrucht, maar ook de boom ”.
Djo verzekerde mij, dat onze ontmoeting geen toeval was en dat zijn uitspraak een spontane was, waarover niet hij, maar de Geest controle over had. Een uitspraak met gewicht op deze vroege morgen. Een uitspraak die mij gedurende de hele reis naar Paramaribo bezig hield. Ook de vraag in hoeverre er een relatie bestaat tussen die uitspraak en ons land waar de ontwikkeling en welvaart geen kans schijnen te hebben, tegenover een stijgende armoede, misdaad, vrees en angst. Is dit alles te wijten aan het verouderde politieke systeem met haar structuren en leiders waarvan we nu denken dat het heeft afgedaan? Een nieuwe frisse bries doet zich gelukkig al gevoelen.
Rijdende
naar Paramaribo zie ik te Coronie en
Saramacca vele duizenden manja’s en
appels onder de zwaar beladen bomen
liggen. gewoon te rotten. Soms op hopen
geharkt om te worden verbrand. Het
lijkt alsof mijn hart mijn lichaam
wordt uitgerukt te leven in dit mooi
land met een paradox van armoede te
midden van overvloed.
Blijkbaar weten wij niet of zijn
wij niet in staat om deze vorm van
natuurlijk overvloed om te zetten in
productie en welvaart. Missen wij de
deskundigheid om te cultiveren, wat ons
in de schoot is geworpen. Of ligt het
aan hen, de leiders, die de verheffing
niet kunnen inluiden? Ik vul mijn
vriend Djo daarom aan door te zeggen:
”Aan de vruchten van de boom leert
men de boom kennen”, de leiders
kennen.
K.R.Donk, 14 juni 2003
Reacties: kennethdonk@yahoo.com
Overzicht van reeds verschenen artikelen
Copyright © 2003 - 2004 . All rights reserved.
Designed & hosted by Galactica's Graphics