|
Nickerie - verleden, heden en de toekomst |
|
door Kenneth R. Donk |
"Denk onafgebroken aan mij..."
Een boodschap voor altijd en iedereen
Waarschijnlijk is het u ook overkomen, dat op een onverwacht moment een innerlijke stem tot u spreekt, en u diepzinniger tegen zaken bent gaan aankijken. Zo’n moment ervoer ik onlangs, toen ik vanuit mijn zitplaats in de bus, route Paramaribo-Nickerie, genoot van de langs de weg groeiende vegetatie. Dan denk ik nu aan de kolossale kankantrie halverwege Saramacca .De boom heeft een enorme omvang, kenmerkt zich door brede plankwortels, moet dus een hoge leeftijd hebben..De omvangrijke kruin met forse takken is bezaaid met o.a. boomananassen. De boom zal zeker tot de verbeelding van de mensen in de omgeving niet alleen,maar ook tot de vele voorbijgangers hebben gesproken. Het is een lust om de verschillende bomen met hun eigen groene kleur,in verschillende varianten, te zien groeien En toen ik weer een pracht van een boom in mijn vizier kreeg, en ik dacht deze is een mooie,zei een stem in mij:” Weet dat dit een deel van Mijn schepping is, indien je deze beziet, zie je Mij”.In een fractie van een seconde had ik het besef, dat bij het bekijken van de plantengroei om mij heen ik de les had geleerd ,al wist ik het al, maar nu echt had begrepen, dat alles tot Hem te herleiden is. Hem constant te kunnen ervaren in principe simpel is, vanwege het kunnen herleiden van alle zaken tot Hem. Net zoals alle stroompjes, kreken en rivieren hun water uiteindelijk voeren naar de ene watermassa de oceaan. Vervolgens kwam in mijn gedachte de tekst: “ Denk onafgebroken aan Mij,..” En ik wist dat dit advies opvolgen geen onmogelijke taak zou zijn, zolang alles om ons heen wordt bezien met het bewustzijn, dat Hij overal en in alles zit.
Met het bovenstaande in gedachte:”Denk onafgebroken aan Mij, aanbid Mij..”, ga ik ongeveer 44 jaar terug in mijn kinderjaren en zie mezelf zitten in de kleermakerzit in het huis van de Hindostaanse buurvrouw mevrouw Chander. Ik ben bezig aan het bijna dagelijkse ritueel rijst met dhaal en groente te eten, wat ik meestal tegen 6 uur in de middag deed. Die oerdiedhaal, soms gemengd met gele erwten, leek voor mij wel voedsel uit de hemel. De kunst om met de hand te eten heb ik toen geleerd. Die techniek heb ik ook vele malen toegepast,wanneer ik bij andere gelegenheden dhaal met rijst, aloe, kohora en andere lekkernijen vanuit een blad moest eten. Maar het belangrijkste van het ritueel is, het breken van de barričres die door de mensen vanwege de etnische verschillen worden opgeworpen, waarbij het anderszijn voor eigen gewin wordt misbruikt.
Bij de familie Chander heb ik vanaf toen geleerd, dat het menszijn en de uiting van liefde, staan boven het etnische. Geleerd het gevoel te hebben geaccepteerd te worden door mensen met een andere culturele achtergrond en en Hem in de mens en alles om ons heen te ontdekken. Geen wonder dat ik in mijn latere leven,vanwege die basis die toen ongedwongen in mij is gelegd, ik het hindi heb kunnnen leren lezen en schrijven, en heb ik mij het bespelen van de dhool en de tabla eigen kunnen maken. De hindostaanse cultuur heb helpen uitdragen en bevorderen en heb de Surinamers die tot deze groep behoren tot mijn broeders en zusters gemaakt, waardoor ik het Surinamer zijn en het mens zijn, beter kan beleven. Het proces van de eenwording is mij al in de kinderjaren bijgebracht, bij de vorming mee gegeven.
“Denk onafgebroken aan Mij, aanbid Mij, wees Mij toegewijd...”,
Naast mevrouw Chander hadden pae en mae hun winkeltje met bamie en nasie, waar ik meerdere malen als ik het geld voor kreeg, pleng pleng, assogrie, telo en andere hapjes leerde eten. Zij waren moslims evenals de achterburen bij wie ik het ritueel slachten van kippen voor het eerst zag. Het halaal slachten van de kippen met een imaam erbij vond ik heel vreemd evenals de manier waarop het gebeurde. Ik kon toen ook niet helemaal begrijpen wat bodo inhield, tot ik in Nickerie als volwassene de Islam aannam en gedurende enkele jaren intensief met de moslims optrok. Ik heb toen geleerd dat Allah groot is en dat ook de moslims mijn broeders zijn, wat wederom heeft bijgedragen aan mijn tolerantie en acceptatie. Aan mijn moslimbroeders heb ik het te danken dat ik het Arabisch heb leren lezen en reciteren, en dat de groet assalaam alaikum ,vrede zij met u,in mijn hart gegrift staat. Als ik over de moslims praat,denk ik automatisch aan Commewijne waar mijn Javaanse broeders wonen. Te plantage Zoelen en te Marienburg waar ik als kleine jongen mijn vakanties doorbracht heb ik ook respect kunnen opbrengen voor Surinamers van javaanse afkomst met wie ik door de rietvelden mocht trekken,waarbij het rijden op de gemotoriseerde trollie een waar gebeuren was. Het arbeiden op de rietvelden was hard en uitputtend, zowel de mannen als de vrouwen gaven daarvoor hun beste levensjaren. Zoals u het al weet,werd voor de suiker een hoge prijs betaald. Zo heb ik ergens midden in de rietvelden,op een terp het graf van de heer Mavor en dat van anderen mogen aanschouwen. Wat me ook is bijgebleven, is het tafereel in de vroege morgen de stoomtrein met de arbeiders te zien vertrekken. Daarvoor werd op een grote koperen gong de tijd aangegeven Voor geleverde harde arbeid in het veld, mocht eind van de week een karig loon worden ontvangen waarmee wat breukrijst en goederen kon worden ingekocht. En dan ‘s avonds nog kijken naar een cowboyfilm in het kleine theater, want veel vermaak was er niet. Van mannen als Soekarmin heb ik geleerd geduld te betrachten,en dan nog van Sabar,de blinde man die trots hij niet kon zien,zijn weg zonder stok in het hele dorp kon vinden en die in het spelen van gamalangmuziek zijn gelijke niet had,wat acceptatie betekent. Ook bij de Javaanse gemeenschap heb ik mij niet anders mochten voelen,dan een met hen te zijn. Vandaar dat de woorden:” Denk onafgebroken aan Mij,aanbid Mij,wees Mij toegewijd en bewijs Mij eer...”, voor mij de betekenis hebben als van een lichtbaken in de woelige zee van etnische bekrompenheid...
Daartegenover staat de rust, eenvoud en liefde die de tengere creoolse achterbuurvrouw van nauwelijks 1.60 m. uitstraalde. Zaken die zij had meegekregen vanwege haar sterke christelijk geloof en een grote dosis levenservaring. Haar zedenlessen ,ofschoon die gegeven werden op het niveau dat een kinderhart kon dragen, waren op het peil van een moraaltheologie. Er ging geen dag voorbij, ik was bij haar aan huis, omdat haar enig kind die zij min of meer alleen opbracht, mijn beste vriend was. Haar man, die als landbouwer bananen teelde op Plantage Laarwijk, zag zij een of twee keer per jaar.
Uit haar verhalen kon ik opmaken, dat zij als jonge creoolse vrouw bij blanke vrouwen aan huis als kokkin en strijkster dienst had gedaan. Nog steeds streek zij haar kleren met de strijkijzers die zij op de koolpot verwarmde, waste die met de korenspier en kookte zij haar eten op een koolpot, waarin houtskool brandde. Bij haar aan huis heb ik vele malen geroosterde bananen met boter en zout gegeten. Zij leerde mij tevreden te zijn met weinig en steevast te geloven in een eeuwig leven. Mevrouw Nijman heette zij, maar zij stond bekend als cacaovrouw, omdat zij cacaobonen vemaalde tot een massa waarmee zij cacaostaafjes maakte die zij verkocht om haar dagelijksbrood te verdienen.
Als haar zoon en ik haar hadden geholpen met het malen van de eerst gedroogde en daarna gebakken bonen, vermengde zij een deel daarvan met bruine suiker en kregen wij chocolade ballen van zeer hoge kwaliteit. En ‘s avonds drong ik dan in de schemering, want zij had in de keuken een petroleum lamp, lekkere Surinaamse cacao. Prijs God dat ik in mijn prille jeugd deze creoolse vrouw in mijn leven heb gehad, want zij was een en al liefde en erbarming. Zij heeft nooit geschroomd mij en haar zoon, ongeacht onze leeftijd, hoge levenswaarden bij te brengen. Denk onafgebroken aan Mij, aanbid Mij, wees Mij toegewijd en bewijs Mij eer, zo zal je zeker tot Mij komen....
Wanneer wij elkaar met liefde en respect leren bejegenen en het goddelijke in de mens leren inzien, dan zullen wij in staat zijn om dit land tot bloei en ontwikkeling te brengen. Dan zullen wij ophouden elkaar voor minderwaardig aan te zien. In dit stuk heb ik niet een ieder kunnen aanhalen zoals de Chinese familie van de hoek ,Tjon A Pauw, of de de andere familie A Pang. Of mevrouw Spreeuw bij wie ik een keer per week bruine bonen met rijst at. Of de blanke mevrouw Udy die voor mijn leven vocht toen ik drie jaar oud was. Of de Mulatin met haar lekkere sopropo en de familie Anches die trouwden met de Sanches. Of de familie Beverly met zwarte thee en tingi fisie, in de vooravond. Of Olga ...
Maar laten wij alles terug brengen in de liefde die wij voor elkaar kunnen opbrengen en met respect voor elkaar kunnen uitgroeien tot een hecht Surinaams volk. “ Denk onafgebroken aan Mij, aanbid Mij, wees Mij toegewijd en bewijs Mij eer, zo zal je zeker tot Mij komen, dat beloof ik jou, omdat je mijn dierbare vriend bent” ( Bhagavad-Gita).
K.R.Donk, 21 juli 2003
Reacties Kenneth Donk: kennethdonk@yahoo.com
Graphics Akhiel Mahabier: info@nickerie.net
Overzicht van reeds verschenen artikelen
|
Copyright © 2003 - 2005 . All rights reserved.
Designed & hosted by Galactica's Graphics