Nickerie - verleden, heden en de toekomst

door

Kenneth R. Donk

CCN - Het Cultureel Centrum Nickerie - deel 2

De opkomst en de ondergang van het Nickeriaanse cultuurpodium


Het CCN heeft een zeer bewogen geschiedenis achter de rug. Nu is het centrum aan de Walther Hewitt straat niet veel meer dan een ruďne. Maar er is hoop dat er spoedig herstel komt, voor het te laat is. Samen met architect Phillip Dikland heb ik het eens modernste theater van onze regio bezocht, om die hoop tot werkelijkheid te brengen. Ali Sewrutton gaf ons bij dit initiatief rugdekking, om vanuit het verleden het heden te begrijpen en de toekomst te scheppen. Vanuit de historische handelingen heeft het artikel “Het Cultureel Centrum Nickerie dl.1” zijn vorm gekregen. Nu ligt voor u het interessante, doch schokkend, vervolg.

 

Hindostaanse muziek, Mis Kristina en Krontjong

“Nickerie Vooruit” was een vereniging in het district, dat geleid werd door personen die het hart op de juiste plaats hadden voor het rijstdistrict. Bij het bestuur ontstond sinds de oprichting van de vereniging in 1942 het idee, het mooie district te verheffen. Het culturele gebied, was daarbij maar een onderdeel. Daarvoor werd het contact gelegd met het CCS in Paramaribo met als resultaat dat de culturele manifestaties niet uitbleven. Daarvoor werden schoolgebouwen, bioscopen en zelfs de rechtszaal gebruikt. De behoefte deed zich daarom zeer gevoelen, om over een eigen gebouw te beschikken.

Een oude kazerne, een rijksgebouw, werd ter beschikking gesteld. Die werd na te zijn verbouwd in 1955 vol vreugde in gebruik genomen. ( Zie deel 1 van het artikel). Hierna zouden er jaren vol activiteiten volgen, met de eventuele hoofdbrekens en financiële zorgen. Ali Sewrutton vertelt het verhaal en met hem gaan wij weer terug in de geschiedenis: “ Zoals het gaat met de meeste veranderingen in de maatschappij, vinden ook op cultureel gebied vernieuwingen moeilijk hun weg. Starheid in prestigekwesties, conservatieve instellingen, onderwaardering van anderen en onbegrip staken de kop op. Het bestuur deed zijn best, maar juist vanwege het vele werk, traden de tekortkomingen meer op de voorgrond.

Toneelgroep Virgonda en Leonto, 1959

Enerzijds werden grote delen van de bevolking, de mensen van de polders, buiten gehouden, terwijl anderzijds de mensen van Nieuw Nickerie niet meededen of zich in negatieve zin uitten. De tegenstelling stedeling-Nickeriaan werd toegespitst. Zo bleven plaatselijke toneelverenigingen buiten het CCN-gebouw, ondanks dat elders in Nickerie de toneelfaciliteiten ontbraken. Het CCN-bestuur stak de koppen bij elkaar, lokaliseerde en accepteerde eigen tekortkomingen en kwam met een plan. De eerste stappen werden gemaakt om te komen tot een samenwerking met de plaatselijke toneelverengingen. Op 13 augustus 1955 werd het eerste volkstoneelstuk “ Mis Kristina Tapoe 50 jari” opgevoerd. Het succes bleef niet uit. De zaal was tot de laatste plaats bezet”. Ik onderbreek Ali en zeg tegen hem:” Dat is dat ding”. Betrek de mensen daadwerkelijk en zaken beginnen anders te lopen. Maar ik maakte daarbij de opmerking dat de mensen van de polders er toch nog buiten waren gehouden. Ali zei me niet voorbarig te zijn, want ook dat zou nog komen. Zaken zouden dan beter verlopen. Toch zou men jaren later in dezelfde fout vervallen. Het zou op een ongelukkig moment, tot een uitbarsting komen. En hij vervolgt zijn verhaal aldus:” In september werden voor een culturele avond muziekgroepen e.a. van de polders uitgenodigd. Een Krontjongband van Waldeck, een van Zeedijk bijgestaan door een Gamelangroep, Kawina muziek  (muziek van de bosnegers), de Nickerie band en Hindostaanse muziek van groepen uit de westelijke polders, stonden op het programma. Op deze dag waren zowel het gebouw en het terrein overvol mensen.

Het CCN had hieruit zijn lering getrokken. Nochtans zou de geschiedenis zich herhalen. Het gebouw was er en er werd flink gebruik van gemaakt. Het gebruik van de zaal steeg. Was in 1957 de zaal 59 keer gebruikt, in 1968 was het al 147 keer geworden. Er was echter geen geld om het centrum te runnen. Bij mondjesmaat werd wat steun van de Sticusa, de overheid en de Nickeriaanse gemeenschap gekregen. De aanpak, het structuur moest veranderen. Op 1 april 1958 werd het centrum een stichting: de Stichting Cultureel Centrum Nickerie. Inmiddels was gebleken, dat door de toenemende activiteiten en de groeiende publieke belangstelling, het gebouw te klein was geworden”.

Het nieuwe complex

“Al in1965 bestond daarom het plan een nieuw centrum elders in Nickerie op te zetten. Er werd een comité gevormd onder leiding van de districts-commissaris Parabirsing. In het comite zaten de heren: O.Atrisman, R.G.Bueno Bibaz, Ir.A.D. van Dijk, Ir. A.P. Issa, A. Jong A Tai, H.Laighsing, Ch. Mac Gillavry, G.Meye, G.E. Richters, dokter H.Sukul, A.Watson en L.H.J.Wix. Bij de regering werd toen een plan ingediend, voor de behandeling in de Adviesraad voor het Koninkrijk. Het plan omvatte drie fasen: 1.Een bibliotheek en openhal, 2. een gehoorzaal en 3. Cursuslokalen, museum en openluchttrein.

Het CCN diende een aanvraag in om erfpachtrecht te verkrijgen op een terrein, met de grootte van twee en een half hectare. Het terrein lag achter het kermisterrein in de toen toekomstige uitbreiding van Nieuw Nickerie. Het recht werd verkregen en daarna raakte de zaak in een versnelling. Gelden werden beschikbaar gesteld door zowel de Surinaamse als de Nederlandse Regering. Het Architecten Bureau Van Oerle en Schrama maakte op verzoek een schetsplan, waarvan de uitwerking begin 1967 gereed kwam. De NAM kwam bij de inschrijving voor de bouw, als laatste inschrijver uit de bus en kon met de bouw worden gestart.

Grote mannen van toen in Nickerie :  Ir. A. van Dijk (links) D.C. E.Robles (Midden)Onderwijzer G.G.Maynard (rechts).

Op 20 november 1968 vond de eerste steenlegging plaats, waarbij zeven personen de eerste steenlegging verrichtten: Katherina Jones-Bent, Hardjo Pawiro, Silvie Cruickshank, Georgette Elias, Anne Overeem, Rosen Ali Banoe en Joan Chin Jem Sen. Ongeveer een jaar daarna, op 4 oktober 1969, werd de bibliotheek samen met de sporthal als eerste deel van het nieuwe complex geopend, in 1973 de cursuslokalen en in 1976 de grote gehoorzaal dat aan 900 personen zitplaatsen bood. Met de grote culturele integratie in Nickerie kon een aanvang worden gemaakt. Het bestuur zag er toen zo uit: Ir. A.D. van Dijk (voorzitter), DS. R.F. Polanan (secretaris), A.Watson (penningmeester), O.Morsen (tweede penningmeester), L.Asin-Blans (lid), R Niserali (lid), L.Harris (lid).

Helaas, vanwege het wederom niet betrokken raken van grote delen van de bevolking bij de uitvoering van de vele mooie plannen, ging een grote kans voor integratie verloren. Culturele groepen werden niet echt betrokken of hielden zich afzijdig. Het wegvallen van de Sticusa na de onafhankelijkheid in 1975, met als gevolg geringe financiële middelen, was een struikelblok. De geringe financiële bijdrage vanuit de Surinaamse overheid, bood geen alternatief. Deze zaken maakten dat het CCN in grote financiële problemen raakte. De ondergang van complex was ingezet”.

Presentatie diverse cultuurgroepen en maatschappelijke organisaties

Wi na Sranaman “De openingsplechtigheden waren gepland voor 6 november 1976. Er werd een “denktank” samengesteld om de feestelijkheden e.d. voor te bereiden. Getracht werd mensen en vertegenwoordigers van alle lagen van de bevolking te betrekken. In de denktank zaten: A. van Dijk, J.Polanen-van Hedel, A.Bonam, E. Leung Lo Hing, R.Angoelal, T.Wong A Loi, A.Forst, Zuster Guida, C. Lie A Lien-Perk, B.Kertosentino, D.Roopram, N. Mahadewsing, R. Ferrier. De heren Mahadewsing en Angoelal vielen al snel af. Waren ze ontevreden over de gang van zaken? Niets kon echter de opening nog tegen houden. Voor de opening schreef C. Lie A lien - Perk een toneelstuk over een markttafareel met als titel “Centrum Nickerie opent…” Zij schreef ook een openingslied “ Wi na Srananman” dat moest worden gezongen op de melodie van het lied Jai Jai Sarnaam. De regie stond in handen van Mechtelly Tjin A Sie uit Paramaribo. Het theater moest ook een naam hebben, dus werd een prijsvraag uitgeschreven. Er kwamen zo’n honderd inzendingen binnen. Zoals: Theater Makandra, Theater Pengel, Srefidensi, De Nieuwe Silo, Wan Pipel, Blue Mountains, Theater Anne van Dijk, Theater de Nacht. Maar er was niet een er bij die goed was, dus bleef het theater.

De tijd naar de opening toe werd met de dag steeds korter. Voor de schooljeugd zouden er opstel- en tekenwedstrijden worden uitgeschreven. De uitnodigingen begonnen de deur uit te gaan. Op 17 september 1976 had de President van Suriname het CCN-Bestuur positief geantwoord op een brief naar hem toe gericht, waarin hij werd gevraagd de opening van de laatste fase van het centrum te verrichten. De dag brak aan. Al vroeg in de morgen landde de Twin–Otter van de S.L.M. op het vliegveld van Nickerie met aan boord de president, Dr. Johan Ferrier. Toen bestond er wel een lijndienst tussen Paramaribo en Nickerie. Bij aankomst op CCN- terrein werden eerst de bijvleugels bezocht, waarna men zich naar het theater begaf, waar de genodigden al aanwezig waren. Van alle kanten hoorde je bewonderswaardige opmerkingen over de mooie zaal.

Militairen en politie hielden buiten en binnen een oogje in het zeil, in verband met de eventueel te verwachten moeilijkheden. De Ghandi Jongeren Organisatie had namelijk gedreigd acties tegen het CCN-bestuur te zullen ondernemen. Maar alles verliep vlot, de vertegenwoordigers van de 27 uitgenodigde verenigingen namen na de toneelopvoering op symbolische wijze bezit van het theater, door zich met hun vlag op het podium te presenteren. Daarna kwamen de toespraken en het uitreiken van de oorkondes. Er volgde daarna een receptie in de foyer. Daar werd een plastiek van Erwin de Vries, aangeboden door de Surinaamse Bankiersvereninging, onthuld”.

Geen dwarsdoorsnede van het volk

Voor de opening van het theater had het CCN- bestuur de totale pers van Paramaribo uitgenodigd. Terugkomende op het feit dat de Ghandi Jongeren Organisatie had gedreigd acties te zullen ondernemen citeerde Ali delen uit twee artikelen verschenen in twee dagbladen. Uit de Vrije Stem van 10 noverber 1976 leest hij:”…Tijdens de opening van het theater verklaarde Dr. Ir. Herman Adhin geen dwarsdoorsnede vertegenwoordiging van de Nickeriaanse bevolking te hebben kunnen opmerken, hetgeen hem enigszins heeft teleurgesteld. De heer Adhin wees er op, dat het CCN een weerspiegeling zou moeten zijn van hetgeen cultureel leeft in het rijstdistrict. Hij is van mening dat door de leiding van het CCN gewerkt zal moeten worden met vertegenwoordigingen van federatieve organisaties…”. In de Ware Tijd van 8 november 1976 stond een artikel onder de kop “Protest tegen opzet CCN”. Hieruit citeert Ali: “ …Zoals bekend had de districts-commissaris van Nickerie, R.P.Bharos, afwijzend beslist op een verzoek van de Ghandi Jongeren Organisatie ( GJO) om de president een protest petitie te mogen aanbieden. De GJO overwoog toch een actie te organiseren, maar zag hiervan af in verband met het groot aantal militairen dat bij de ingang van het theater aanwezig bleek. In overleg met de Culturele Federatie Nickerie (CFN) is daarop besloten de petitie in een open brief aan de President van de Republiek van Suriname te verzenden…”. In de openbrief stond o.m. dat het CCN-bestuur zodanig was samengesteld, dat het niet als representatief voor Nickerie gekwalificeerd kon worden, waardoor er in West Suriname geen behoorlijk cultuur beleid gevoerd werd, wat voor een culturele achteruitgang zou zorgen. Het CCN-theater hoofdzakelijk gebruikt zou moeten worden door de kleine man, de jeugd en de kleine plattelandsbevolking. Daarbij zou de GJO en de FFN een rol toebedeeld moesten krijgen. De open brief was getekend door R. Mahabier de voorzitter van CFN en R.Angoelal de voorzitter van GJO.

 

Van parel tot ruďne

Onthulling kunstwerk E.de Vries - tweede van links President Dr. J.Ferrier

Van een historische fout in het verleden had men niet geleerd. De geschiedenis had zich herhaald. Niet eens twintig jaren na de opening op 6 november 1976 moest het centrum zijn deuren sluiten. Over is een ruďne met vervallen bijgebouwen. Een enorme kapitaalvernietiging heeft zich voltrokken, terwijl het volk toekeek. De overheid die moest ingrijpen, heeft geen hand uitgestoken. De grote culturele vernietiging dat de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, is onbeschrijfelijk. De doorsnee Nickeriaan heeft er geen nota van. Het gehele archief van de historische krant de Nickeriaan, een archief met de Nickeriaanse geschiedenis van tientallen jaren, dat in het centrum lag opgeslagen, is door drugsverslaafden die zich het centrum ophielden vernietigd, verbrand om zich daarmee te verwarmen. Het levenswerk van de heer A.Van Dijk en medewerkers, vernietigd. De verhandelingen van die dagen, een deel van de historie van Nickerie, die zo gemakkelijk beschikbaar was, was voor altijd verloren. Als Ali en ik uit elkaar gaan, maakt hij zich erg boos, dat zoiets in Nickerie heeft kunnen plaatsvinden. Hij roept me nog na, dat de overheid in deze de hoofdschuldige is. Het Comité 1 juli viering zal het terrein van wied ontdoen voor de komende activiteiten. Zullen zij de totale gemeenschap betrekken, of blijft het weer bij iets van een groep? Zal het huidige CCN-bestuur uit de historie leren? De bedoeling van dit artikel spreekt voor zich…

K.R.Donk, 12 juni 2005

Reacties Kenneth Donk: kennethdonk@yahoo.com

Graphics Akhiel Mahabier: info@nickerie.net

 

naar boven

 

Overzicht van reeds verschenen artikelen

 

WWW.NICKERIE.NET

Copyright © 2003 - 2005 . All rights reserved.

Designed & hosted by Galactica's Graphics