Nickerie.Net, zaterdag 26 augustus 2006


Onderwijsmeter 2006

Nederland heeft een opvoedingsprobleem

Ingrid Weel

Nederlanders willen in het onderwijs meer aandacht voor gedragsaspecten zoals waarden en normen, orde, discipline en sociale vaardigheden. Zelfs in het hoger onderwijs werden door de ondervraagden van de Onderwijsmeter 2006 gedragsproblemen vaker dan voorgaande jaren genoemd als een probleempunt. Dertig jaar geleden was het een enkeling die klaagde over het asociale, brutale gedrag van kinderen op school. De laatste paar jaren zijn gedragsproblemen in het onderwijs continu een grote zorg van ouders.

De landelijke oudervereniging Ouders & Coo spreekt van een ’opvoedingsprobleem in Nederland’. Ouders zijn minder thuis dan vroeger, waardoor anderen een groter deel van de opvoeding op zich nemen.

Niet alleen school, ook media – vooral televisie en internet – en het verenigingsleven hebben invloed op kinderen. Van alle kanten krijgen jongeren te horen wat behoorlijk gedrag is, maar er is weinig eenduidigheid in die boodschap. Scholen stellen hun regels op, horeca hanteren weer andere normen, en in gezinnen wordt continu onderhandeld over wat wel en niet mag. Kinderen hebben er geen grip meer op, en stellen steeds meer hun eigen waarden vast.

Moreel besef ontstaat volgens pedagogen bij kinderen als hun gedrag vaak wordt gecorrigeerd. Ouders doen dat steeds minder. Ze hebben ook minder gezag dan vroeger. Werner van Katwijk, directeur van Ouders & Coo, constateert dat ouders vaker gedrag van hun kinderen kopen: „Als je dit doet, dan krijg je een ijsje, wordt regelmatig tegen hen gezegd”, aldus Van Katwijk.

Hij wijst ook op de vele televisieprogramma’s die gericht zijn op het ’uitstoten van de losers’, zoals ’Big Brother’, ’Expeditie Robinson’ en ’Bobo’s in the Bush’. Met dat thema groeien kinderen op, en dan is het niet zo gek dat zij op school ook de minst populaire klasgenoten wegpesten. Docenten hebben dan ook hun handen vol aan het aanleren van gewenst gedrag bij leerlingen. Sociale competenties staan in ieders lesplan.

Leerlingen met alleen veel kennis is tegenwoordig immers niet genoeg. Van basis- tot hoger onderwijs komt de nadruk meer en meer op vaardigheden. De Iederwijsscholen, een onderwijsvorm waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat, varen daar wel bij. Vanaf aankomend schooljaar is het competentiegericht onderwijs in het mbo verplicht.

Mbo’ers krijgen meer contacturen in plaats van les, waarin ze veelal in groepjes moeten leren samenwerken, redeneren, coördineren en delegeren aan hand van een opdracht. Sommigen vrezen dat daar niet veel van terecht komt. Mbo’ers hebben vaak moeite om zelfstandig te werken. Gevolg: studenten raken gedemotiveerd en er wordt veel gespijbeld. En dat mag het onderwijs dan weer opknappen.

Groep 3 van de Ten Boomschool voor christelijk basisonderwijs in Maarssenbroek verzamelt zich voor de eerste schooldag.

De kans op probleemgedrag neemt toe als regels en afspraken onvoldoende bekend zijn, of als iedere docent andere regels hanteert. Psycholoog Erik van Bruggen geeft als voorbeeld dat bij de ene docent leerlingen hun jas aan mogen houden en tijdens de les naar het toilet mogen, terwijl het bij de andere leraar niet mag.

Leerlingen zullen daardoor bij de tweede docent echter ’vergeten’ hun jas uit te doen en telkens van hun plek opstaan en door de klas gaan lopen. „Het blijkt ook dat docenten in lastige klassen veel minder positieve feedback geven. Gemiddeld zeggen docenten in zo’n klas één keer per lesuur iets aardigs, terwijl er tien dreigementen tegenover staan, zoals ’Als je nu niet stopt dan...’. Zo dragen ze bij aan de negatieve sfeer in de klas.”

Meer tips staan in de brochure ’Lastige leerlingen’ van het docententijdschrift Van twaalf tot achttien.


’De school is geen eiland in de samenleving’

Ouders en docenten zijn het eens: opvoeding is voor een groot deel een taak van de school. Op bijna elke basisen middelbare school is ’het aanleren van sociale competenties’ een van de belangrijkste doelstellingen. Een beetje verbaasd is hij wel, de directeur van de landelijke oudervereniging Ouders & Coo, over het hoge percentage Nederlanders dat de school als primair verantwoordelijke houdt voor kinderen met gedragsproblemen. „Want ouders zouden altijd de eerst aanspreekbare moeten zijn”, meent Werner van Katwijk.

Tegelijkertijd snapt hij wel dat driekwart van de Nederlanders vindt dat docenten de eerst aangewezene zijn om scheldende en vechtende kinderen mores bij te brengen, omdat ouders geen zicht hebben op wat er allemaal op school gebeurt. Van Katwijk: „Op het moment dat een kind naar school gaat, neemt juridisch gezien de school de verantwoordelijkheid over.”

Ook docentenbegeleider Dolf Hautvast, werkzaam bij het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum, vindt lastige kinderen een verantwoordelijkheid van de school. „Al l e ouders hebben het beste voor met hun kinderen, maar zij zien niet altijd de mogelijkheden om gedrag te sturen. Docenten, en zeker mentoren of klassenbegeleiders, zijn professionals die de didactische kwaliteiten hebben om leerlingen bij te sturen.”

Hautvast benadrukt dat een samenwerking van ouders met school het meest ideaal is. „Lastige kinderen bestaan namelijk niet. Jongeren hebben alleen soms problemen –of thuis of op school – en uiten dat in lastig gedrag.”

Het is een moeilijke kwestie, vindt de oudervereniging. „Als er problemen op school ontstaan, moet je kijken wat de oorzaak is. Een kind dat pest, is zaak van de school. Een school moet een goed antipestbeleid hebben. Als een kind zit te etteren omdat hij niet kan meekomen met de groep, moet ook de docent zich afvragen of hij de kinderen wel goed instrueert. Misschien zijn de opdrachten maar voor een deel van de groep begrijpelijk. Dan haken de kinderen af die het niet snappen, en kunnen ze vervelend gaan doen.”

Als de oorzaak van het lastige gedrag in de klas aan de opvoeding van de ouders ligt, dan is uiteraard de ouder de verantwoordelijke, voegt Van Katwijk eraan toe. „Maar waar die scheidslijnen liggen, is niet altijd gemakkelijk aan te tonen. Ouders schuiven wel steeds meer verantwoordelijkheden af op de school”, stelt Van Katwijk.

De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) ervaart de druk op docenten niet als te hoog. SBL-voorzitter Annet Kil: „Ouders vragen terecht veel van het onderwijs. Het is belangrijk dat een school een goed pedagogisch klimaat biedt. Dat maakt het vak ook leuk. Dat iedere dag anders is door de diversiteit aan leerlingen maakt het beroep niet zwaar, maar intensief.” „Maar gedragsproblemen ontstaan door een samenloop van allerlei factoren; daar kun je niet alleen docenten op aanspreken.

Was het maar zo simpel, dan konden we het ook makkelijk oplossen”, reageert Kil op de uitkomst van de Onderwijsmeter 2006. „De hele samenleving verhardt.

En de school is geen eiland in de samenleving.”

’Lastig kind bestaat niet, lastig gedrag wel’

’Een kind dat pest, is zaak van de school’

Bron/Copyright:

Nickerie.Net / Trouw

,27-08-2006

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2006. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics