Nickerie.Net, zaterdag 21 juni 2008


Economie: Het einde van het goedkope tijdperk

Evert Nieuwenhuis

Het lijkt gedaan met de bescheiden prijsstijgingen van de afgelopen jaren. Inflatie heerst in Europa. Wat te doen? De centrale banken staan voor een dilemma. ‘Want het leven wordt wel duurder, maar niet goedkoper’, verzuchtte Gerard Reve ooit. De volksschrijver zal zich in zijn graf omdraaien bij het lezen van de kranten van de afgelopen dagen.

Inflatie is terug van weggeweest.

De Europese Centrale Bank (ECB) meldde deze week dat het Europese prijspeil 3,7 procent hoger ligt dan een jaar eerder – de hoogste inflatie in zestien jaar. In Nederland is de geldontwaarding een matige 2,3 procent, een half procent meer dan twaalf maanden eerder. Maar de Nederlandsche Bank (DNB) waarschuwde woensdag voor een ‘inflatie - sprong’ deze zomer omdat de hoge olieprijzen nog nauwelijks verwerkt zijn in de elektriciteitstarieven. Volgend jaar zal de inflatie hier 3,4 procent bedragen, aldus de DNB.

Volgens sommige economen staan we aan het begin van een nieuw tijdperk. De afgelopen decennia was in de ontwikkelde wereld sprake van stabiele en lage inflatie. Die tijden zijn voorbij, zegt Lex Hoogduin, hoofdeconoom van Robeco. ‘De Great Moderation, de grote matiging, is ten einde. Inflatie staat weer helemaal in de schijnwerpers van de wereldeconomie.’ De Grote Matiging, die zich begint jaren tachtig aandiende, was te danken aan het feit dat centrale banken beslist geen herhaling wilden van de gierende inflatie van de jaren zeventig. Met succes verhoogden of verlaagden zij in de jaren tachtig en negentig de rente; de prijzen bleven stabiel. Daarnaast veranderde de wereldeconomie ingrijpend. Technische vernieuwingen zoals internet vergrootten de arbeidsproductiviteit aanzienlijk. Lagelonenlanden gingen hun rol spelen in de wereldeconomie, waardoor de loonkosten scherp daalden. Tv’s, speelgoed en kleding ‘Made in China’ werden spotgoedkoop.

Opnieuw is sprake van grote veranderingen. Grondstoffen worden schaars. Een belangrijke oorzaak is de groeiende consumptie van de middenklasse in opkomende landen als China, India en Brazilië. Die ontwikkeling zal zich de komende jaren alleen maar sterker manifesteren. De komende maanden zullen de centrale bankiers hun stuurmanskunsten moeten tonen. Net als in de jaren zeventig lopen de prijzen op terwijl de economie afkoelt. ‘Stagflatie’ heet dat, een samentrekking van de woorden ‘stagna - tie’ en ‘inflatie’. Die zeldzame situatie maakt het voor centrale bankiers lastig om de prijzen stabiel te houden. Als ze de rente verhogen, daalt de inflatie. De keerzijde is dat mensen dan minder lenen en dus minder besteden en investeren. De economische groei zal nog verder afnemen. Centrale bankiers staan voor een dilemma. Zij kunnen de klus niet alleen klaren. De ECB sprak deze week over ‘zorgwekkende signalen van het loonfront’ en roept vakbonden op hun looneisen te matigen.

Werknemers willen compensatie voor het feit dat ze steeds minder kunnen kopen voor hun euro. Lonen gaan omhoog, wat zich vertaalt in hogere prijzen, waardoor de lonen weer stijgen – et cetera. De Europese lonen stegen in het eerste kwartaal van dit jaar 3,3 procent meer dan het jaar daarvoor. Komend najaar maken Nederlandse vakbonden hun nieuwe looneisen bekend. Die van de FNV is nu nog 3,5 procent. ‘We kijken naar meerdere factoren’, laat de vakbond weten, ‘maar inflatie zal er zeker voor zorgen dat we onze looneis verhogen’.

Ook politici maken zich op voor duurdere tijden. ‘Grote paniek’ moet vermeden worden, zei minister Bos van Financiën vrijdag. ‘Maar zo’n rap stijgende inflatie is niet prettig en niet zonder risico’s.’

Minder snoepreisjes

In de mobiliteitssector stijgen de prijzen razendsnel. Belangrijkste oorzaak zijn de hogere brandstofprijzen. Tussen mei 2007 en mei 2008 werd benzine 7,2 procent duurder en de prijs van diesolie steeg met 32 procent. Hierdoor namen de kosten voor gebruik van privévoertuigen en vervoersdiensten in die periode met ruim 8 procent toe.

Die prijsstijging is blijvend, zegt Piet Rietveld, professor Vervoerseconomie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. ‘Op de korte termijn zullen mensen er minder vaak en minder ver op uit gaan.’ Op de lange termijn verwacht Rietveld dat consumenten ‘ook hun aankoopgedrag zullen aanpassen. Mensen zullen dichterbij hun werk proberen te wonen of schaffen een zuiniger voertuig aan’.

Vliegen wordt ook duurder. De prijzen van vliegtickets stegen het afgelopen jaar met maar liefst 15 procent. Aan deze kostentoename lijkt voorlopig geen einde te komen, gezien de schaarste op de oliemarkten. Luchthaven Schiphol wordt ook prijziger door de geplande verhoging van de veiligheidstoeslag en de nieuwe ecotaks die op 1 juli ingaat. Opvallend is dat in Europa het aantal vliegbewegingen sterk blijft stijgen.

Maar Jan Veldhuis van SEO Economisch Onderzoek denkt, dat ‘die groei op den duur zal afvlakken’. Hij verwacht dat voornamelijk ‘prijsvechters als easyJet, het moeilijker zullen krijgen. Hogere prijzen zullen hun marktaandeel verkleinen.’ Spotgoedkope snoepreisjes naar verre oorden zitten er in de toekomst dus minder vaak in.

Op naar de Lidl

Het bedrag op de gemiddelde kassabon ligt in mei 7 procent hoger dan een jaar eerder. Melk en kaas zijn de grootste stijgers, maar ook biefstuk is een stuk duurder geworden. ‘De portemonnee van de consument is niet van elastiek’, zegt Joop Holla, onderzoeksdirecteur van supermarktresearchbureau GfK Panelservices Benelux. ‘De trek naar de Lidl zal in een stroomversnelling komen.’

Laurens Sloot, detailhandelspecialist bij EFMI Business School, relativeert de inflatieangst. ‘Nederland is nog steeds een heel goedkoop supermarktland.’ De prijsstijging van producten in de Nederlandse supermarkten is 5,1 procent over de afgelopen twaalf maanden. In de rest van Europa stegen de prijzen gemiddeld 7 procent. Dure weekboodschappen accepteren Nederlanders niet, zegt Sloot. Maar hij verwacht geen nieuwe prijzenoorlog. Daarvoor is de marge tussen inkoop en verkoop inmiddels te klein geworden.

‘Kleding is een ander verhaal’, zegt Sloot. De marge op kleding is veel groter dan op voedsel. Grondstoffen, zoals katoen, zijn maar een klein onderdeel van de totale kostprijs van een zomerjurkje. Daar zou de prijs dus minder snel moeten stijgen. Docent retailmarketing Frank Quix van de Universiteit van Amsterdam, betwist de stelling van Sloot. ‘Er is veel energie nodig om kleding te maken. En energie is duur.’ Een keten zoals H&M kan de stijgende kosten opvangen, maar de hogere productiekosten raken kleine boetiekjes hard. Quix heeft meer slecht nieuws: ‘De lonen in Azië stijgen. De tijd van goedkope kleding is voorbij.’

Tv’s blijven wèl lekker goedkoop

De economie kent haar eigen natuurwetten die in tijden van onzekerheid houvast bieden. Een ervan is: zolang de productiviteit net zo snel stijgt als de lonen, is er niet zoveel aan de hand. Deze wet, zegt Charles Kalshoven, hoofdeconoom bij ING Postbank, gaat in elk geval op voor de meeste consumentenelektronica. ‘Al sinds de industriële revolutie geldt: alles wat je in een fabriek maakt, wordt goedkoper. ’ Dus worden computers, navigatieapparatuur en televisies steeds betaalbaarder, ondanks stijgende lonen, grondstofprijzen en transportkosten. Lcd-televisies zijn daardoor het afgelopen jaar weer spectaculair in prijs gedaald.

De afgelopen twintig jaar heeft de komst van miljarden extra arbeiders in het voormalige Oostblok en China een deflatoir effect gehad, zegt aandelenstrateeg Philippe Gijsels van Fortis. Doordat zij goedkoop produceerden, leidde dat tot druk op de lonen hier. ´Bedrijven hebben door de globalisering meer en meer de keuze om in groeilanden gaan te produceren waardoor de macht van de vakbonden, zelfs die van de machtige IG Metal in Duitsland, serieus is verminderd. Daardoor blijft de looninflatie veelal onder controle.’

Nu leiden stijgende lonen tot extra consumptie in de voormalige lagelonenlanden‘De hoge inflatie in China van 8 procent of meer, komt nu naar Europa’, zegt Gijsels. Toch blijven de lcd-televisie en andere producten goedkoop.

Gijsels: ‘Bij een tv is 80 procent van de kosten arbeid, de rest is grondstoffen. Als je de productiviteit weet te verhogen, is het effect van de duurdere grondstoffen beperkt.’

Lastig voor pensioenfondsen en vervelend voor lener met variabele rente

Geldontwaarding treft iedereen: spaarders, leners, huizenkopers en gepensioneerden. ‘O mdat we jaren van lage inflatie achter de rug hebben, vergeten mensen vaak de inflatie als ze nadenken over hun financiële toekomst’, zegt financieel adviseur Peter van de Meeberg. ‘Ze kijken naar hun opgebouwde pensioen en denken dat ze al een eind op streek zijn. Ze realiseren zich niet dat het pensioen een stuk minder waard wordt als het niet wordt geïndexeerd.’

Indexatie, de aanpassing van pensioenen aan de prijs- en loonstijgingen, wordt lastiger zodra de inflatie stijgt. Diverse pensioenfondsen hebben al hiervoor gewaarschuwd. Ze streven ernaar de pensioenen volledig te indexeren, maar kunnen dat alleen als ze voldoende rendement halen op hun beleggingen. En dat is nog maar de vraag.

De hogere inflatie is evenmin goed nieuws voor consumenten met schulden. Hun schulden worden weliswaar minder waard op den duur, maar daar merken ze nu niets van in hun portemonnee. Het is zelfs mogelijk dat hun vaste lasten stijgen. Zodra de inflatie oploopt, stijgen immers de rentetarieven. ‘Dat is vervelend voor huizenbezitters met een variabele r e n t e, ’ zegt Van de Meeberg.

Spaarders zien de laatste tijd aantrekkelijke rentepercentages, maar dat voordeel is vooral optisch. Wie 4,5 procent ontvangt op zijn spaarrekening houdt reëel niets over. Eerst gaat de inflatie van pakweg 3,5 procent eraf. Boven een bepaald bedrag is de spaarder bovendien de vermogensrendementsheffing van 1,2 procent verschuldigd. Stagflatie beheerst ontwikkelde economieën

(Bijdrage Frank van Alphen, Katrijn de Ronde, Izaäk Vervliet en Bard van de Weijer).

 

Bron/Copyright:

Nickerie.Net / Volkskrant

21-06-2008

WWW.NICKERIE.NET

E-mail: info@nickerie.net

Copyright © 2008. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics