Nickerie.Net, maandag 15 november 2010


De nieuwe awatar van slavernij: Hindoestaanse contractarbeiders 1873-1916

Kolom: Sandew Hira 

Bent u een nakomeling van de Hindostaanse contractarbeider Budhoo met contractnummer 1167 M? Dan hebt u volgens historicus Radjinder Bhagwanbali recht op 81.071,55 euro aan niet betaalde lonen van uw (over) grootvader of –moeder. De nakomeling van Rumjan met contractnummer 1422 B heeft recht op 60.803,66 euro. Bhagwanbali heeft in zijn boek “De nieuwe awatar van slavernij, Hindoestaanse migranten onder het indentured labour systeem naar Suriname, 1873 – 1916” een lijst met 74 namen opgenomen van contractarbeiders die domweg niet betaald zijn voor hun werk op plantage Waterland in de periode mei – augustus 1888. De eigenaar, G.K. Kramer, heeft verzuimd hen te betalen ondanks klachten van de arbeiders. In totaal is die achterstallige loon met rente van de 74 mensen nu waard: het lieve bedrag van 2,4 miljoen euro.

Het gaat hier om één kleine groep van arbeiders die gedurende drie maanden op één plantage niet betaald zijn voor hun werk, het topje van een ijsberg. Dat is nu het opmerkelijke van het boek van Bhagwanbali. Hij heeft geen fantasieverhalen over het leven tijdens het zogenaamde indentured labour system bedacht. Hij is gedoken in archieven in India, Suriname, Engeland en Nederland om het hele systeem te reconstrueren op basis van feiten. Het resultaat is schokkend. Hier is een aantal opmerkelijk zaken. - Niet tweederde zoals altijd is beweerd, maar de helft van alle Hindostanen is in Suriname gebleven. - Tijdens contractarbeid (1873-1916) zijn 5.500 Hindostanen (bijna 20%) omgekomen door uitputting en ziekte. - De werving was gebaseerd op misleiding en bedrog. Mensen maakten beslissingen om te vertrekken op grond van verkeerde informatie over wat hen te wachten stond. Ze dachten te kiezen voor een beter bestaan maar wisten niet welke hel hen te wachten stond. - Tijdens contractarbeid werden de Hindostanen op grote schaal mishandeld en in de gevangenis gezet. Bhagwanbali heeft met naam en toenaam de mensen genoemd die in de kromboei werden geslagen. Zweepslagen en geseling kwamen niet alleen tijdens slavernij, maar ook tijdens contractarbeid voor. - De wetten uit het Koelietractaat leken mooi op papier, maar de dagelijkse praktijk week daar schrijnend vanaf: gevangenisstraf voor de minste vorm van verzet, bedrog bij uitbetaling van lonen en overmaking van gelden, verkrachting van vrouwen, vernedering en racistische behandeling door de kolonisator.

In de Surinaamse geschiedschrijving tekenen zich twee stromingen af. De stroming van het wetenschappelijk kolonialisme met leidende professoren als Gert Oostindie, Pieter Emmer en Alex van Stipriaan die een beeld schetsen van kolonialisme als het zou het allemaal wel meevallen. De racistische professor Emmer gaat zelfs zover te beweren dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen notie hadden van vrijheid, van slavernij hielden en het brandmerken zagen als een teken dat hun meester voor hen zou zorgen.

De onlangs benoemde professor in de Hindostaanse diaspora, Chan Choenni, schetst een soortgelijk beeld van het kolonialisme voor de Hindostaanse geschiedenis. Volgens hem moeten we blij zijn met het kolonialisme, want anders zouden we nu in armoede leven in India. Bovendien waren de lonen in Suriname hoger dan in India. En daar moeten we ook blij mee zijn.

Als dat het geval was, waarom hebben dan zo weinig mensen opnieuw een contract getekend voor die hogere lonen en moesten er ieder jaar nieuwe arbeiders worden gehaald uit India? Als het systeem zo geweldig was, waarom zijn dan 5.000 mensen omgekomen door uitputting en uitbuiting? Waarom zouden blij moeten zijn met een moordpartij in 1902 op Mariënburg waarbij de lijken in een massagraf werden gegooid en werden overgoten met ongebluste kalk zodat de botten zouden oplossen en de nabestaanden hun geliefden niet apart konden begraven?

Choenni’s redenering is vaker te horen in de Hindostaanse gemeenschap. Sommige Afro-Surinamers hebben een soortgelijke redenering. “Ik ben blij dat mijn voorouders uit Afrika zijn gehaald, anders leefden we vandaag in armoede”. Waarom klopt deze onwetenschappelijke redenering niet? Ten eerste, het is onlogisch: als gebeurtenis A volgt op gebeurtenis B, dan betekent dat niet automatisch dat A veroorzaakt is door B. Als elk jaar ooievaars neerstrijken en het aantal zwangerschappen toeneemt, dan betekent niet dat er een verband is omdat de gebeurtenissen elkaar opvolgen. De opvolging is niet automatisch een verband. Een verband moet nog aangetoond worden. Ten tweede, het is niet gebaseerd op feiten. De feiten zijn dat de kolonisator mensen heeft gehaald uit andere werelddelen, niet om hen een betere toekomst te geven, maar om hen uit te buiten en te onderdrukken. Alle feiten over slavernij, en nu contractarbeid, tonen dat aan.

Waarom dan toch die behoefte om de kolonisator te bedanken voor iets wat hij niet heeft gedaan? Dat heeft alles te maken met de kolonisatie van de geest. Een Jood zou het niet in zijn hoofd halen om te stellen dat hij blij is met Hitler, want zonder Hitler zou de Joodse staat Israël niet hebben bestaan. De Joden hebben hun kinderen geleerd dat hun vooruitgang te danken is aan de inspanningen van hun voorouders en niet aan het fascisme. In plaats van dat we zeggen “Ik ben dankbaar aan mijn voorouders voor de offers die ze gebracht hebben om ons vooruit te brengen ondanks de vernedering, uitbuiting en onderdrukking die ze hebben ondergaan” richt de gekoloniseerde geest ons op de gefantaseerde goede bedoelingen van de kolonisator. Maar we zijn vooruitgekomen niet dankzij, maar ondanks het kolonialisme!

De stroming van de kolonialen is sterk in Nederland en geconcentreerd bij leidende instituties als het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde van de Universiteit Leiden, het tijdschrift OSO en de Werkgroep Caribische Letteren die de jaarlijkse Rudolf van Lier lezing organiseert.

De andere stroming, die van Decolonizing The Mind, baseert zich op feiten en wetenschappelijke theorieën in plaats van op koloniale fantasieën en concludeert dat slavernij een misdaad was tegen de menselijkheid en het systeem van kolonialisme een systeem van onderdrukking en uitbuiting is die vandaag de dag nog grote gevolgen heeft. Bhagwanbali behoort tot die nieuwe stroming. Hij gaat terug naar de originele bronnen en haalt uit de archieven naar boven wat tot nu toe verborgen is geweest: contractarbeid als een systeem van onderdrukking en uitbuiting en niet als een poging van de kolonisator om onze voorouders een betere toekomst te bezorgen. Hij heeft enorm veel details verzameld die dit beeld naar boven brengen: de werving in India, de overtocht, de medische behandeling, het arbeidssysteem, de rechtsbedeling etc.

Het heeft niet veel gescheeld of deze informatie was ons onthouden. Bhagwanbali heeft het materiaal namelijk al in de jaren negentig verzameld. In 1996 is hij gepromoveerd tot doctor in de sociale wetenschappen aan de Universiteit van Nijmegen op het onderwerp van de werving in India.

Bhagwanbali is een merkwaardige persoon. Opgegroeid in Mattonshoop in de boiti is hij erin geslaagd om drie universitaire studies te doen – geschiedenis, economie en sociologie. Ik had hem in 1996 ontmoet en erop aangedrongen om iets te doen met het materiaal dat hij in zijn bezit had. Hij had andere dingen aan zijn hoofd. Zijn werk in het onderwijs, een lekker biertje, een roti met doks, zijn kinderen, zijn vrouw en voetbal. Allemaal zaken die het leven aangenaam maken en niet bevorderlijk zijn om boeken te schrijven. “Ik moet steeds mensen om me heen hebben,” zegt hij. “Ik kan me niet voor lange tijd alleen opsluiten in een kamer.”

Ik kwam hem dit jaar tegen en drong opnieuw erop aan om iets te doen met het materiaal dat hij zo lang in zijn bezit heeft. Tot mijn verbazing stemde hij in. We maakten afspraken, waaronder de afspraak dat ik hem de hele maand juli niet mocht bellen. Niet omdat hij zou gaan schrijven, maar vanwege het WK voetbal! Maar hij is daadwerkelijk gaan schrijven. Hoe komt dat? Nu de kinderen uit huis zijn, maakt zijn vrouw afspraken met haar vriendinnen om uit eten te gaan. Bhagwanbali: “Uit frustratie bedacht ik me: ‘Ik ga niet zitten kniezen. Ik ga beginnen met schrijven.’”

Niemand weet meer over de geschiedenis van contractarbeid in Suriname dan Bhagwanbali. En als hij eenmaal begint te vertellen, hang je aan zijn lippen. Ik heb met hem afgesproken om een trilogie uit te geven. Dit eerste boek gaat over de reconstructie van het systeem van indentured labour. Het tweede boek gaat over het verzet van de contractarbeiders en het derde over hoe de Hindostanen omgegaan zijn in de barakken (de coolie lines) met hun cultuur.

Ik ben naarstig op zoek naar een lijst met goede restaurants voor zijn vrouw. Hij moet nog twee manuscripten inleveren in het komende jaar.

Sandew Hira

Bron / Copyright:

Nickerie.Net /NSS

15-11-2010

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2010. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics