Nickerie.Net, vrijdag 26 november 2010


Surinamers in Frans-Guyana: ‘Dit is een compleet andere wereld’

door Pieter Van Maele en Ivo Evers beeld: Annelies Verhelst, 03/11/2010

Ze verdienen hun geld als visser, marktkoopman, kunstenaar of runnen een snackbar waar roti en bami met kip op de menukaart staan. Surinamers die wonen en werken in Frans-Guyana, het zijn er naar schatting enkele duizenden. Maar hoe voelen ze zich in het Europese buurland? De Ware Tijd zocht een aantal van hen op. “De meesten zijn hier voor de euro.”

‘Libi na wan’, staat op het bordje bij een atelier aan de rand van de wijk ‘Village Saramacca’, waar we door inwoners van Kourou naartoe zijn gedirigeerd, ‘want daar wonen de meeste Surinamers’. Franky Amete (44), tembe-kunstenaar, blijkt eerst niet thuis te zijn. Gelukkig telefoneert een leerling van zijn kunstatelier met hem, waarna Amete zich haast naar zijn werkplek. Op zoek naar Surinamers bij de oosterbuur. Het blijkt doodeenvoudig.

Expositie “Ik woon hier nu twintig jaar en werk dertien jaar in dit atelier, maar dit is de eerste keer dat ik journalisten van een Surinaams medium op bezoek heb”, vertelt Amete enthousiast, na een vriendschappelijke begroeting. De vereniging Libi na wan is door hem opgericht. “Nu jullie er toch zijn, ik exposeer deze maand in ‘hotel Atlantis’. Er hangen meer dan vijftig werken van mij, willen jullie een kijkje nemen?”

Annie Modrono pakt haar koopwaar in op de markt van Kourou. “Ik denk dat ik hier oud ga worden.”.-.

Amete’s Nederlands is na twintig jaar Frankrijk wat ondergestoft, maar Sranan en Frans beheerst hij vloeiend. “Ik praat al twintig jaar Frans in plaats van Nederlands”, lacht hij. Amete is van Marowijne, groeide op en studeerde in Paramaribo en vertrok daarna – net als vele andere Marowijners op de vlucht voor de Binnenlandse Oorlog – naar Frans-Guyana. Hij heeft een Frans paspoort, spreekt de taal en kent de cultuur, maar is in zijn hart nog altijd Surinamer. “Op papier zijn er dingen veranderd, maar mijn identiteit is Surinaams. Het is mijn eindbestemming, mijn thuis. Mijn vaderland is niet ver weg, dus ik steek nog regelmatig de rivier over naar Albina voor familiebezoek.”

Het grootste verschil tussen de twee landen? “Suriname is vrijer dan hier. Het systeem, de regels en het geregel met papieren, daar moest ik erg aan wennen. Het is moeilijk om je aan te passen, maar het is me gelukt.”

In Frankrijk – én daarbuiten – is Amete, in tegenstelling tot in zijn geboorteland, een bekend kunstenaar. Zijn werken waren onder meer te zien in Parijs, Montreal, Brussel en Macapá . En wie vorige week in Frans-Guyana was, zag zijn portret de cover van het tijdschift La semaine Guyanaise sieren. Voor zijn werken worden soms tot duizenden euro’s neergelegd. En bovenal: de Surinaamse roots lopen als een rode draad door zijn werk. De vormen (schildpadden), thema’s (keti koti), hij haalt zijn inspiratie uit zijn geboortegrond en maakt tegelijkertijd gebruik van louter grondstoffen zo als zand en verf.

“Hier in Village Saramacca praten we Sranan, we eten Surinaams en komen heel vaak bij elkaar. Mijn atelier is vaak een ontmoetingscentrum voor Surinamers”, zegt Amete. “Ik denk zelfs dat hier meer respect en aandacht is voor de Surinaamse cultuur. Natuurlijk omdat we in het buitenland zitten, maar ook omdat we het bewust uitdragen.”

“Veel Surinamers zijn hier voor de euro”, stelt hij. “Ik ben ook hier gekomen om te werken. Het leven was jaren geleden niet goed in Suriname. Ik ben hier begonnen als arbeider. In mijn thuisland kon ik niet leven van de kunst die ik maak; hier wel. Deze kunstvorm is hier populairder. Ik denk dat de Frans-Guyanees de Surinaamse kunst eerder herkent dan de Surinamer zelf. De overheid in Suriname hecht niet genoeg waarde aan de eigen cultuur.”

Binnenlandse oorlog

 “Overal waar je hier gaat, ontmoet je Surinamers. Het merendeel woont in Cayenne en is daar tijdens en na de Binnenlandse Oorlog beland. Wij wonen hier nu vijf jaar, nadat we in 1983 naar Nederland verhuisden.” Het echtpaar Johnny Naim (52) en Annie Modrono (54) pakt zijn koopwaar in op de plaatselijke markt van Kourou, die net afgelopen is.

Ze wonen op een boerderij tussen Cayenne en Kourou, waar ze een deel van hun koopwaar verbouwen. Bananen, watermeloen; eigenlijk dezelfde producten als in Suriname. Beiden zijn geboren in Suriname en in de jaren ‘80 naar Nederland verhuisd. In 2005 besloten ze naar Zuid-Amerika terug te keren, maar niet naar Suriname. Het werd Frans-Guyana. “Geen gedoe met een verblijfsvergunning”, klinkt het. Ze lieten hun banen als computerreparateur en douanebeambte voor wat ze waren en zochten het avontuur op.

“Je kan Suriname en Frans-Guyana niet vergelijken”, vertelt Naim. “Dit is een compleet andere wereld. Dit is Europa, Suriname is voor velen hier echt het buitenland.” De grootste uitdaging: de Franse taal. Zelfs met Engels raak je in Frankrijk niet ver. “Je moet dat wel leren”, lacht Modrono. “Ik zit nu op een cursus. Hoewel het nog niet vloeiend gaat, worden we wel makkelijk geaccepteerd.”

De keuze voor Frans-Guyana, daar was niet echt een reden voor. Of ze willen die niet kwijt. “Ik ga niet op vakantie naar Suriname”, stelt Naim. “Ik moet op het huis letten, de dieren en de honden.” Zijn vrouw gaat wel, voor familie (‘een paar zussen’) en om in november haar paspoort te verlengen. “Dat kan hier niet.”

“Ik denk nu dat ik hier oud ga worden, maar misschien dat we over twee jaar beslissen ergens anders heen te trekken”, lacht Modrono. "We houden wel van avontuur. We zijn van het kantoor naar de markt getrokken, dat was voor ons ontzettend fijn.”

Vissen

Aan de oevers van de Kourourivier zit Surish Rambhajan (35) te wachten tot de vissersboot waarop hij werkt, vertrekt. Hoewel Rambhajan geboren is in Guyana, voelt hij zich al lang Surinamer. Zijn Nederlands is bovendien accentloos. In 1982, Rambhajan was pas zeven, vluchtte hij voor het etnisch geweld in zijn geboorteland naar Paramaribo. Nu vist hij al twee jaar lang voor de kust van Frans-Guyana. “We zijn telkens vijf of zes weken op rij op zee.

Het schip (Ladydhanpattie...red) mag dan wel niet groot zijn, ruzie maken we nooit. We zijn met z’n vieren, maar we hebben allemaal ons eigen bed en een klein keukentje,” vertelt Rambhajan. Zijn buit: bang-bang, heerlijke vis die via Cayenne naar andere landen in de regio wordt geëxporteerd. De keuze om als visser Suriname in te ruilen voor Frans-Guyana ligt voor de hand. “Hier voor de kusten van Cayenne, Kourou en Sinnamary zwemt er meer vis. Onze vangst is dus veel beter.” Wanneer hij de vraag voorgeschoteld krijgt of de sterke euromunt ook een rol speelt, begint de visser hartelijk te lachen. “Daarom ben ik naar hier gekomen toch? Werken is hier voorlopig toch nog steeds het best. Ik verdien soms wel 300 euro netto per week.” Met de huidige koersen in de Cambio is dat bedrag in ons land ongeveer SRD 1.400 waard.

Rambhajan werkt telkens een paar maanden achtereen in Frans-Guyana, om daarna terug naar Paramaribo te reizen. “Dit is Frankrijk, de Europese Unie, met veel regeltjes en wetten. Ik kom nog altijd heel graag naar Suriname, want daar ben ik veel vrijer. En je komt hier dan wel veel Surinamers gewoon tegen op straat, echte Surinaamse feestjes zijn er niet. Ik geniet er van om thuis familie en vrienden te bezoeken, te feesten en te sporten. Of gewoonweg te genieten van mijn land.”.-.

Bron / Copyright:

Nickerie.Net /dWT

26-11-2010

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2010. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics