Nickerie.Net, zaterdag 10 september 2011


Ex-DC Ramdhin:  Rijstproductie moet opgevoerd worden

De regering zit al meer dan één jaar in het machtscentrum. Tijdens de verkiezingscampagne had, vooral de Mega Combinatie, de Nickeriaanse, de Coroniaanse en de Saramaccaanse rijstboeren gouden bergen beloofd. Het beloven kost geen geld en energie. Elke beschaafde politieke partij die zulke beloften heeft gedaan moet tenminste proberen haar beloften na te komen. “Het rijstareaal in Suriname zou uitgebreid worden naar 200.000 ha en binnen vijf jaren zal Suriname het belangrijkste agrarische land van het Caribisch gebied worden”, zei de voorzitter van de Mega Combinatie, Desi Bouterse, tijdens de verkiezingen.

De prijs van cargorijst op de wereldmarkt in de periode 1998-2003. Bron: 'Het district Nickerie in ontwikkelingsperspectief'; Hardeo Ramadhin

Direct na het aantreden van de regering werd Badresein Sital door de president als speciale afgezant aangesteld om een plan klaar te maken om de rijstsector ‘gezond’ te maken. Hij noemt het met een mooi woord ‘Het Reddingsplan’. Ik heb toen de kranten (ruim een jaar terug) goed doorgenomen en ik was bijzonder blij dat het reddingsplan, welke voorgelegd was, vruchten zou afwerpen. Ik had toen al mijn bedenking. Mijn politieke goeroe Mr. Jagernath Lachmon zei altijd: “als jij ’s avonds moet kuchen, moet je ’s morgens jouw mond niet openmaken”. Na een jaar heb ik reden genoeg om de rijstsector weer op de operatietafel te leggen. Een rapport schrijven (meestal kopiëren zij die rapporten vanuit het Internet en andere documenten) is geen kunst, maar de sector daadwerkelijk aanpakken en middelen vrijmaken eist meer daadkracht.

De vorige minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij, Drs Stanley Raghoebarsingh, heeft naar mijn bescheiden mening zijn uiterste best gedaan, met de mogelijkheden en de middelen die het ministerie ter beschikking had. Wij moeten trots zijn dat Suriname, ondanks alle crisis in de wereld, geen korrel rijst hoeft te importeren. Wij zijn bijzonder trots op de Nickerianen, maar ook in mindere mate op de Coronianen en de Saramaccaners, dat zij nog bereid zijn rijst te verbouwen voor de Surinaamse markt en voor de export. Wij moeten blij zijn dat zij nog bereid zijn letterlijk in de modder te ploeteren. De wereldmarktprijs van rijst (cargo rijst) was in de afgelopen jaren (1998 tot 2003) enorm gedaald. Ondanks dit dieptepunt hebben zij de strijd, om niet te produceren, niet opgegeven. Een hulde aan deze rijstboeren, de ware Surinaamse nationalisten van dit land.

De historie van de rijstbouw

De geschiedenis van Suriname is makkelijk te volgen. De blanken hebben de kolonie Suriname veroverd. De eerste succesvolle kolonisatiepoging van Suriname was een Engelse aangelegenheid. In 1651 stuurde de Engelse gouverneur van Barbados, Francis Willoughby, driehonderd man met de opdracht aan de Surinamerivier een kolonie te stichten. De Engelsen waren ervaren suikerplanters, die Barbados verlieten omdat daar gebrek aan grond was. Binnen korte tijd werd in Suriname een groot aantal plantages aangelegd, waar slaven het werk deden. Tijdens de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667) werd Suriname door de Staten van Zeeland veroverd en vanaf toen is Suriname, met kleine onderbrekingen, een kolonie van Nederland geweest. Toen de Zeeuwen in 1667 Suriname op de Engelsen veroverden, waren er, volgens een Engelse kaart, 178 plantages. Ruim een eeuw later, in 1785, was het aantal gestegen tot 591. De slaven die op de plantages werken consumeerden aardvruchten. Zij hadden nog geen kennis gemaakt met rijst.

Hindostaanse immigranten en rijstbouw

Met de komst van de immigranten, vooral de Hindostanen, doet de rijstbouw haar intrede in Suriname. Uit het boek: ‘Samenleving in een grensgebied’, van professor Rudolf van Lier, citeer ik het volgende: “Het voornaamste product van de Aziatische kleinlandbouwers is rijst. Aanvankelijk verbouwden zij ook cacao, terwijl de rijstvelden voor eigen gebruik werden aangelegd. Maar toen de moeilijkheden bij de cacaoteelt zich voordeden, concentreerden zij zich op de rijstbouw. De Hindostanen en Javanen consumeerden overwegend rijst. Door de aanwas van de bevolking van Aziatische herkomst, die rijst als hoofdvoedsel benutte, was het rijstverbruik zeer toegenomen.

In de jaren na 1918 trad er ook een verandering in het dieet van de Creolen op, waarbij de banaan als hoofdvoedsel door de rijst werd vervangen. Tegenwoordig is rijst ook voor de creoolse groep het voornaamste voedingsmiddel”. Professor van Lier gaat verder: “Tussen 1895 en 1915 werd per jaar gemiddeld 4.500.000 kg (4.500 ton) rijst ingevoerd. Vanaf 1916 af beweegt de rijstinvoer zich in een dalende lijn. Sedert 1930 wordt vrijwel geen rijst meer in Suriname ingevoerd; in datzelfde jaar krijgt de export van rijst ook betekenis. In 1930 werd 2.276.725 kg (2.277 ton) uitgevoerd, waarvan de waarde in gulden f 234.778,00 bedroeg. Deze historische insteek heb ik gemaakt omdat velen in Paramaribo de grote rijstdeskundigen uithangen en nooit een rijstareaal van dichtbij gezien hebben.

Drie historische fasen

Om de rijstbouw goed te begrijpen, heb ik de historische ontwikkeling in drie fasen verdeeld. In de eerste fase (de periode van 1890 tot 1930) is Suriname een rijstimporterend land geweest. De immigranten consumeerden rijst en die rijst moest geïmporteerd worden om die duizenden monden te voeden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de Economische Wereldcrisis (1929/1930) hebben de gouverneurs Johan Staal (1916-1919) en dr. A.L. Rutgers (1928-1933) alles gedaan om de productie van landbouwproducten op te voeren. De rijstbouw werd vooral gestimuleerd en de resultaten waren duidelijk zichtbaar in de samenleving.

In de tweede fase ( de periode 1930-1950) hoefden wij geen rijst meer te importeren. In deze fase hebben wij ook aardig wat rijst geëxporteerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden wij genoeg rijst voor de Surinaamse markt. De derde fase is van 1950 tot heden. Met de oprichting van de Stichting Machinale Landbouw (SML) hebben wij de introductie van de moderne rijstbouw in Suriname gehad. De uitbreiding van de rijstarealen heeft plaatsgevonden en wij konden aardig wat rijst exporteren. Dus Suriname is van een rijstimporterend, een zelfvoorzienend land geworden en door uitbreiding van arealen een rijstexporterend land geworden.

Het productie areaal

Ons totaal rijstareaal bedraagt ongeveer 55.000 ha; hiervan ligt alleen in het district Nickerie 48.000 ha en de rest vindt men in de districten Coronie en Saramacca. Volgens rijstdeskundigen is de Surinaamse markt wat rijst en rijstproducten betreft bij een inzaai van 8.000 ha met een opbrengst van gemiddeld 5 ton padie per ha, voor 6 maanden verzadigd. Als er in Suriname per seizoen 25.000 ha rijst wordt ingezaaid, moet het surplus van 17.000 ha geëxporteerd worden. Indien de wereldmarktprijs gunstig blijft, zal de rijstsector ook floreren. Elke jaar merken wij dat de rijstboeren niet tevreden zijn met de opkoopprijs van natte padie per baal (een baal =80 kg natte padie). De boeren krijgen op dit ogenblik (8 september 2011) voor een baal natte padie SRD 75 (US$ 22,38).

De kreet dat de overheid een garantieprijs moet vaststellen, is verleden tijd. Wat de overheid moet doen is de boeren tegemoet komen, waardoor zij ook veel goedkoper kunnen produceren. De overheid moet de inputs belastingvrij importeren en de dieselprijs voor deze sector goedkoper maken waardoor zij hun kostprijs kunnen verlagen. Er is genoeg werk voor de Mega Combinatie om het beloofde rijstareaal uit te breiden naar 200.000 ha.

Beplante arealen 2004-2009 in ha. Bron: Jaarverslag LVV (2009)

De regering zit al meer dan een jaar in het machtscentrum. Kort na het aantreden van deze regering werd Badrisein Sital door de president aangesteld om de rijstbouw gezond te maken. Iets kan pas gezond gemaakt worden als het ziek is. Ik heb toen de kranten goed doorgenomen en ik was bijzonder blij dat een plan klaargemaakt zou worden om de rijstbouw integraal aan te pakken.

In Suriname zijn wij kampioen om plannen te maken. De plannen moeten daadwerkelijk worden uitgevoerd. Een rapport schrijven is geen kunst. Meestal worden rapporten gekopieerd, maar de middelen om deze nobele plannen uit te voeren moeten ook beschikbaar zijn. De vorige minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij, Drs.Stanley Raghoebarsingh, heeft alles gedaan, met de mogelijkheden en de middelen die hij als minister ter beschikking had, om de rijstsector tot grotere hoogte te brengen. Wij zijn bijzonder blij als land dat wij geen korrel rijst hoeven te importen om de 500.000 Surinamers te voeden.

Klein land, kleine speler

Als klein land zijn wij op mondiaal niveau ook een heel kleine speler als exportland van rijst en rijstproducten. Wij hebben de afgelopen jaren geen noemenswaardige achteruitgang geboekt. De niet ingewijden praten vaker in de ruimte en gooien alles door elkaar. Vooral mensen die in Paramaribo achter een bureau zitten, en nooit een rijstareaal gezien hebben, hebben het hoogste woord. Mijn vriend/collega/districtsgenoot, de sociaal-geograaf Drs. Ortwien Kemble zou zeggen: “Ramadhin, zij hebben geen kaas gegeten van de rijstbouw”.

Wij zijn klein en wij moeten ook niet groot doen. Badresein Sital is heel eerlijk geweest bij het begin, door te stellen dat de rijstboeren de nodige incentives moeten krijgen. Hij stelde nog harder dat de boeren in Amerika een startvoordeel van US$ 320 per ha aan subsidie genieten en in Europa is het zelfs 360 Euro (US$ 460). Wij gaan verder niet praten over kortingen op brandstof en belastingvrij importeren van landbouwproductiemiddelen.

Geschiedenis

De speciale afgezant moet ook begrijpen dat de afgelopen regeringen, vooral na 1973, de rijstsector systematisch benadeeld hebben. Wij kennen nog de periode van de CIS-rijst en de filosofie die hier achter gelegen heeft. Wij kennen nog de rol van de toenmalige minister van Economische Zaken (1973-1977). Wij weten ook waarom de rijstboeren in Wanica (voorheen district Suriname), Para, Commewijne en Saramacca, opgehouden hebben om rijst te produceren. Het was goedkoper om CIS-rijst (Sf 0,18) te kopen, dan zelf te planten. Dit stukje geschiedenis wil ik voorlopig met rust laten. Wij kennen nog de periode van Surexco en welke mensen zich verrijkt hebben met ‘1.80 koers’. De urbane (stedelijke) bevolking in de meeste Derde Wereldlanden willen altijd goedkoop voedsel hebben. Zodra de prijs van rijst met enkele dubbeltjes stijgt, dan schreeuwen de mensen in de urbane gebieden moord en brand.

Er zit veel potentie in de rijstbouwbouw en wij moeten deze sector zeker uitbreiden en tot grotere hoogte brengen. Het plan van uitbreiding van het rijstareaal naar 200.000 ha, welke door meneer Bouterse gepropageerd is als MC-leider, moet serieus bekeken worden. Wij moeten ook groot leren denken. De wereldbevolking groeit. Wij hebben meer dan 7 miljard mensen op deze aardbol. Deze mensen moeten gevoed worden. Wij hebben vruchtbare molesonkleien en voldoende zoetwater om aan de natte rijstbouw te doen. Wij zijn en wij zullen ook de komende jaren nog een kleine speler in de rijstbouw blijven.

Ter illustratie geef ik een overzicht van enkele landen die rijst verbouwen voor hun eigen bevolking en ook de wereldmarkt van rijst voorzien. Rijstproductie in 2006 van enkele landen:

Giganten op de markt

China 180.400.000 ton, India 136.500.000, Indonesië 54.400.000, Vietnam 35.627.000 ton. Verder zijn ook de Filipijnen, Bangladesh, Thailand en Japan grote spelers op de markt. Als wij kijken naar de productie van deze landen, dan kunnen wij Suriname als rijstexporterend land verwaarlozen. Maar wij leveren op bescheiden schaal een bijdrage aan de Surinaamse economie.

Het initiatief van de president om een speciale afgezant te belasten om de rijstsector aan te pakken, is geen slecht idee. Wij moeten uiteraard de ontwikkelingen op de voet blijven volgen. Als er donorhulp komt, moeten wij waken dat de ‘slimmeriken’ met mooie rapporten, met het geld, welke in de rijstsector gestopt moet worden, ervan doorgaan. Op deze wijze zijn in het verleden miljoenen Amerikaanse dollars in de zakken van de consultants verdwenen.

De regering moet meer aandacht besteden aan de agrarische sector. Alles wat de klok nu slaat is de goudsector. Ik ben bijzonder blij dat nationale en internationale deskundigen nu ingeschakeld worden om een goede gouddeal voor ons te sluiten, maar de agrarische sector moet niet verwaarloosd worden.

Hardeo Ramadhin

Voor reacties: jantapartij@yahoo.com

Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net/NSS

10-09-2011

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2011. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics