Nickerie.Net, zondag 25 november 2012


Brief aan president Desi Bouterse

Zeer geachte president, Beste Desi,

Op deze dag van onze onafhankelijkheid wil ik jou en onze bevolking uit de grond van mij hart feliciteren met ons 37-jarig bestaan als zelfstandig land. Zoals je weet geloof ik als overtuigd Hindoe niet in het hiernamaals maar in reïncarnatie. Elf jaar na mijn dood bekruipt mij het gevoel dat mijn ziel nu zwerft boven het land waar ik vandaag kom en waar ik ruim 50 bewogen politieke jaren heb meegemaakt. Een flink deel daarvan ook met jou, president.

Meestal gedenken mijn mensen mij op 21 september, mijn geboortedag. Soms ook op 18 oktober, toen mijn lichaam mijn geliefd land verliet. Maar met het verstrijken van jaren raak je in de vergetelheid. De herinnering die achterblijft is het wetenschappelijk bureau van je politieke partij dat je naam krijgt, met een beetje geluk wordt een straat naar je vernoemd en in het uitzonderlijke geval een standbeeld op het Onafhankelijkheidsplein. De rede, president, van deze brief is om je welgemeend te bedanken voor het om mij op deze dag eindelijk te positioneren als mede -realiseerder van onze onafhankelijkheid en niet als saboteur ervan. Mijn ziel heeft waargenomen dat jij vandaag in mijn geboortedistrict mijn borstbeeld onthult. En dat je ook het prijzenswaardig initiatief heb genomen om de nationale viering voor het eerst in Nickerie te houden. Dat siert je Desi, wij van het Nieuw Front zijn in onze regeringsjaren niet eens op het idee gekomen. Gemiste kans!

Een deugdelijk grondwet Ik draag het mijn hele leven lang dat ik mij krachtig heb verzet tegen de realisatie van onze onafhankelijkheid op 25 november 1975. De waarheid is genuanceerder. Het is natuurlijk mijn parlementaire plicht geweest om als oppositieleider ervoor te zorgen dat we een deugdelijke grondwet kregen. Ik kijk vandaag hierbij met gepaste trots terug op de proclamatie van tien punten die mijn partij op 15 mei 1975 als onvoorwaardelijke eis stelde voor de grondwet. De ontwikkelingshulp moest alle geledingen van de bevolking ten goede komen, een onafhankelijke rechterlijke macht, een democratisch functioneren van de gewapende machten en de waarborging van mensenrechten zijn enkele punten uit dit document.

Wat ik verder heb gedaan is ervoor zorgen dat onze nieuwe grondwet in goede handen zou komen. Daartoe heb ik de gouverneur die zijn paleis al had ontruimd om naar Nederland te vertrekken, gevraagd om in belang van land en volk en gezien zijn Surinaamse afkomst, de eerste president van de Republiek te willen worden. Zijn toezegging was voor mij onvoorwaardelijk om mee te werken dat Suriname op 25 november onafhankelijk zou worden. Pas toen de gouverneur mij die toezegging deed ben ik hiermee naar de premier gestapt. Hij stemde toe - ik wil niet zeggen dat hij geen keus had - en toen ik merkte dat aan de meeste van mijn tien eisen voor de grondwet zou worden voldaan, stond niets meer de realisatie van 25 november in de weg.

Amnestiewet te vroeg President, In mijn werkzame aardse leven schreef ik nooit zelf. Ik had hiervoor een zeer geleerde vice -voorzitter van mijn partij, een briljant man met drie academische titels, die in een handomdraai ervoor zorgde dat alle visies en standpunten van mijn partij goed voor het voetlicht werden gebracht. Hij is er ook niet meer maar zijn ziel werft nog niet boven Suriname. Ook hij gelooft in reïncarnatie en ik denk - naar mijn bescheiden mening - dat mijn dierbare vriend nu meer met de Hindoe Goden bezig is in de kosmos. Ik moet je echter eerlijkheidshalve bekennen het nu zelf leuk te vinden deze brief te schrijven. Nu ik toch zo bezig ben, wat voor een haast moest je maken met de amnestiewet? Uitgerekend op deze dag verwijs ik je naar een uitspraak van de gouverneur toen ik zo in de clinch lag met de premier aan de vooravond van onze onafhankelijkheid. De gouverneur vertelde toen aan iedereen: "Er komt een Surinaamse oplossing voor dit probleem". Die is er toch gekomen?

Ik ben ervan overtuigd dat deze er ook zal komen in het acht-december strafproces. Dat gevoel heb ik. Maar dan moet je wel het recht zijn beloop laten hebben. Nu heb je dat uitzicht op die mogelijke Surinaamse oplossing helemaal verpest. Dat stemt me droevig want ik heb je veel geleerd sinds we begin jaren 80 onze gesprekken begonnen over de weg naar het herstel van democratie in Suriname. Ik heb je toen geleerd dat jij je politieke ambities niet met het geweer maar in de politieke arena moet waarmaken. Dan pas worden wij collega's en kunnen wij elkaar gelijkwaardig en met open vizier bestrijden. Je hebt toen de NDP opgericht en in 1996 verwierf je eindelijk regeermacht. Ik heb je ingetogenheid geleerd in de politiek en je paste die toe. Je schoof toen iemand anders als president naar voren. Pas toen hij dat vertrouwen had beschaamd, nam jij bij de volgende verkiezingswinst de presidentszetel zelf in handen. Zo handelende heb jij mijn politieke filosofie van het schildpad toegepast, op de lange weg naar het presidentschap. Rustig kruipend, links en rechts kijkend soms omhoog en omlaag en soms ook stilstaand, heb jij je einddoel gehaald. In de kwestie van de amnestiewet ben je het sprintende hert geweest die snel van A naar B moest. Jammer.

Mijn standbeeld Een laatste verzoek president, beste Desi, kunt jij mij niet eindelijk van mijn hoge sokkel bevrijden op het Onafhankelijkheidsplein? Ik wil gewoon op - op dezelfde plek - op ooghoogte tussen het Surinaamse volk zijn, zodat vooral jongeren zich een beeld kunnen vormen hoe ik in mijn aardse leven eruit heb gezien. Al tien jaar wacht ik op deze 'revolutionaire aanpak'. Het is voor mijn partijgenoten dan ook makkelijk om elk jaar op mijn geboortedag, mij te eren met echte mala's . Die plastieke kan dan weg en ze hebben dan ook geen lange trap meer nodig. Gaat u deze toezegging vandaag doen in Nickerie?

Leve Suriname! Jagernath Lachmon

Roy Khemradj roy.khemradj@gmail.com

 
Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net/Ingezonden /NSS

24-11-2012

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2012. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics