Nickerie.Net, vrijdag 07 maart 2014


Invrijheidstelling 105 gedetineerden zaait paniek

De samenleving is onaangenaam verrast met de mededeling van minister Edward Belfort van Justitie en Politie, dat hij akkoord is gegaan met de voorwaardelijke invrijheidstelling van 105 gedetineerden. Het is zinnig om de samenleving inzage te geven in de werking van dit instrument. Wat zegt ons Wetboek van Strafrecht over de Voorwaardelijke Invrijheidstelling (vi). In casu zijn de artikelen 29 tot en met 32 van toepassing en die luiden als volgt:

Artikel 29

De tot gevangenisstraf veroordeelde, alsmede de tot de doodstraf veroordeelde, voor wie de doodstraf door de President in gevangenisstraf is veranderd, kan, wanneer twee derde van zijn werkelijke straftijd en tevens ten minste negen maanden daarvan zijn verstreken, voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. De tijd, die door de veroordeelde vóór de ten uitvoerlegging van de uitspraak in verzekering of in voorlopige hechtenis is doorgebracht, wordt onder de termijn begrepen. Ingeval de veroordeelde meerdere gevangenisstraffen achtereenvolgens moet ondergaan, worden zij ten deze als één straf aangemerkt. Bij deze invrijheidstelling wordt tevens een proeftijd voor de veroordeelde bepaald en worden voorwaarden gesteld, waaraan deze gedurende de proeftijd zal moeten voldoen.

De proeftijd duurt een jaar langer dan het overblijvende gedeelte van de werkelijke straftijd van de veroordeelde doch ten minste twee jaren. Hij loopt niet gedurende de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

Artikel 30

Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt als algemene voorwaarde verbonden dat de veroordeelde geen strafbaar feit zal begaan, noch zich op andere wijze zal misdragen. Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen bovendien bijzondere voorwaarden, het gedrag van de veroordeelde betreffende, worden verbonden. Mede kan als bijzondere voorwaarde worden gesteld, dat de veroordeelde zich ter verpleging zal laten opnemen in een daarbij aan te wijzen inrichting. De bijzondere voorwaarden mogen de godsdienstige of staatkundige vrijheid niet beperken. Met het toezicht op de naleving der voorwaarde is steeds het Openbaar Ministerie belast.

Op de naleving der voorwaarden kan bovendien een bijzonder toezicht in het leven worden geroepen. Gedurende de proeftijd kan worden bepaald, dat deze vóór het in artikel 29 bedoelde tijdstip zal eindigen, kan in de gestelde bijzondere voorwaarden wijziging worden gebracht, kunnen deze voorwaarden worden opgeheven, kunnen alsnog bijzondere voorwaarden worden gesteld, kan alsnog een bijzonder toezicht in het leven worden geroepen en kan het bijzondere toezicht aan een ander, dan degene die daarmede tevoren was belast, worden opgedragen. Aan de voorwaardelijk in vrijheid gestelde wordt een verlofpas uitgereikt, waarin alle hem gestelde voorwaarden zijn uitgedrukt. Ingeval van toepassing van het voorgaande lid wordt hem een nieuwe verlofpas uitgereikt.

Artikel 31

De voorwaardelijke invrijheidstelling is herroepbaar in geval de veroordeelde gedurende de proeftijd handelt in strijd met de in zijn verlofpas uitgedrukte voorwaarden. Zij kan, indien een ernstig vermoeden van zodanig handelen bestaat, worden geschorst. Tevens is het mogelijk, om in dit geval gedurende de proeftijd in de gestelde bijzondere voorwaarden of in de termijn, waartoe deze in haar werking binnen de proeftijd zijn beperkt, wijzigingen aan te brengen, deze voorwaarden op te heffen, alsnog bijzondere voorwaarden te stellen, of de proeftijd eenmaal te verlengen; deze verlenging geschiedt voor ten hoogste de helft van de langste termijn, waarop de proeftijd bepaald had kunnen worden.

De tijd verlopen tussen een invrijheidstelling en een hervatting van de tenuitvoerlegging der straf wordt niet in rekening gebracht op de duur der straf. De in het eerste lid bedoelde besluiten kunnen niet meer worden genomen, wanneer sedert het einde van de proeftijd een termijn van drie maanden is verstreken, tenzij de veroordeelde vóór de afloop daarvan ter zake van een gedurende de proeftijd begaan strafbaar feit is vervolgd en de vervolging met een onherroepelijke veroordeling eindigt. Alsdan kan het besluit ter zake van het begaan van dat feit nog binnen drie maanden, nadat de veroordeling onherroepelijk is geworden, worden genomen.

Artikel 32

Alle besluiten, uit de toepassing der artikelen 29 tot en met 31 voortvloeiende, worden, tenzij uit die artikelen anders blijkt, door de Minister van Justitie genomen, met inachtneming van de voorschriften ter uitvoering van artikel 39 gegeven.

Zolang de bevoegdheid tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling bestaat, kan de voorwaardelijk invrijheidgestelde, ten aanzien van wie een redelijk vermoeden bestaat, dat hij gedurende de proeftijd in strijd heeft gehandeld met de in zijn verlofpas uitgedrukte voorwaarden, op bevel van het Openbaar Ministerie en buiten Paramaribo ook door de districtscommissaris van het district, waar hij zich bevindt, in het belang der openbare orde worden aangehouden, onder verplichting om daarvan onverwijld kennis te geven aan de Minister van Justitie. Is de aanhouding bevolen door een ander dan het Openbaar Ministerie, dan geschiedt de kennisgeving aan de Minister van Justitie door diens tussenkomst.

De aanhouding is gedurende ten hoogste dertig dagen van kracht. Volgt in aansluiting aan de aanhouding een schorsing of een herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, dan wordt de tenuitvoerlegging der straf geacht hervat te zijn op de dag der aanhouding.

Artikel 33

Het formulier der verlofpassen en de verdere voorschriften ter uitvoering van de artikelen 29-32 worden vastgesteld door de Minister. Het bovenstaande houdt in dat sinds de invoering van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht in 1886 en dus op basis van het concordantiebeginsel ook voor Suriname de mogelijkheid bestaat dat een gedetineerde vervroegd in vrijheid wordt gesteld. Het is in Suriname nog altijd een gunst van de minister van Justitie en Politie en er zijn voorwaarden aan verbonden waar de veroordeelde zich tijdens een proeftijd aan dient te houden. Deze voorwaardelijke invrijheidstelling is altijd onder alle regeringen slechts sporadisch toegepast en is nimmer verworden tot een recht van de gedetineerde. Daar geeft de wet de mogelijkheid ook niet toe aangezien de wet het heeft over ‘kan’ worden verleend en niet dient te worden verleend of ‘zal’ worden verleend.

In Nederland heeft men in 1987 de VI geformaliseerd tot een recht van de gedetineerde aangezien het dusdanig vaak voorkwam dat men het als een verworven recht begon te beschouwen. En toch heeft men na veel kritiek in 2008 de wet herzien, waarbij de vervroegde invrijheidstelling werd teruggedraaid naar een vorm van de voorwaardelijke invrijheidstelling zoals wij die in Suriname tot nu toe kennen. Men heeft de voorwaarden waaronder de gedetineerde in vrijheid wordt gesteld in ere hersteld. In Nederland evalueert men het systeem regelmatig. De laatste mij bekende evaluatie heeft in 2012 plaatsgehad.

Waar het in Suriname aan schort is een gedegen resocialisatieprogramma en monitoring waaraan je de VI zou kunnen verbinden en het bij wet zou kunnen maken tot een recht van de gedetineerde. Tot nu toe is de case dat wanneer aan een gedetineerde VI is verleend er verder geen acht wordt geslagen op het na-traject van het vervroegd vrijlaten van die gedetineerde. Naar mijn mening (zoals de wet dat voorschrijft) dienen de algemene en bijzondere voorwaarden te worden vervat in een verlofpas en dient men er rigide op toe te zien dat die voorwaarden worden nageleefd tijdens de proeftijd. Zoals de wet aangeeft is de algemene voorwaarde dat erop dient te worden toegezien dat die gedetineerden niet opnieuw een strafbaar feit plegen. Doen zij dat wel dan dient de vervroegde vrijlating te worden teruggedraaid. Naast de algemene voorwaarden dienen er voor specifieke gevallen ook bijzondere voorwaarden te worden vastgesteld. Deze voorwaarden dienen afgestemd te zijn op de persoon, het gepleegde strafbare feit en de kans dat de veroordeelde opnieuw in de fout gaat. Het zou in deze kunnen gaan om: • Vrijheidsbeperkende voorwaarden, zoals een contactverbod, locatieverbod, drugs- of alcoholverbod of een meldingsplicht. • Gedragsbeïnvloedende voorwaarden, zoals deelname aan een training. • Voorwaarden gericht op zorg, zoals een behandeling bij een instelling van geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg.

Zoals de zaken er nu voor staan, gezien dus de onderbezetting bij het Openbaar Ministerie, de perikelen binnen het KPS en de grote werkdruk op politieagenten inzake de criminaliteitsbestrijding is het naar mijn bescheiden mening geenszins een weloverwogen besluit geweest om en masse 105 gedetineerden vervroegd naar huis te sturen. Ook is niet duidelijk om welke categorie gedetineerden het gaat en welke algemene en bijzondere voorwaarden aan die voorwaardelijke invrijheidstelling zijn gesteld. Ook is niet duidelijk wie dit geheel verder zal monitoren. Reden genoeg voor de samenleving om paniekeriger te worden en terecht zich onveiliger te voelen. Terwijl de minister van Justitie en Politie jongeren en hun kledingwijze blijft bespreken, vallen er elke dag slachtoffers en is men maar niet in staat de samenleving een veilig gevoel te bezorgen.

Mr.drs.Sharmila Kalidien -Mansaram

 
Bron(nen) / Copyright:

Nickerie.Net / Ingezonden

06-03-2014

WWW.NICKERIE.NET

Email: info@nickerie.net

Copyright © 2014. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics