Nickerie, Tuesday 18 May 2004  


Beslissing tribunaal in grenskwestie Suriname-Guyana bindend

door Ivan Cairo

PARAMARIBO — De beslissing van het internationaal tribunaal dat het maritieme grensgeschil tussen Suriname en Guyana in behandeling zal nemen, is bindend voor alle partijen. Er is geen beroep mogelijk. Dat zegt de jurist mr Freddy Kruisland desgevraagd. Georgetown heeft op grond van Artikel 287 van de UN Convention on the Law of the Sea, zijn claim met betrekking tot de zeegrens tussen Guyana en Suriname voorgelegd aan het Internationaal Tribunaal in Hamburg. Dit tribunaal is de gerechtelijke instantie die door de voornoemde conventie is ingesteld.

Bij maritieme disputen hebben betrokkenen twee mogelijkheden. Artikel 284 van de conventie geeft aan dat partijen de zogenaamde procedure van verzoening kunnen volgen, wanneer er een geschil bestaat over een kwestie die geregeld is in de voornoemde conventie, zoals de scheiding van economische zones en territoriale wateren. Als beide partijen de procedure van verzoening accepteren, zegt Kruisland, wordt door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties een lijst van verzoeners opgesteld, waaruit partijen elk vier man kunnen aanwijzen om voor hun zaak op te komen. Als partijen reeds wegen hebben bewandeld om een minnelijke schikking te treffen en deze toch op niets is uitgelopen, dan kan de verplichte procedure worden gevolgd zoals omschreven in Artikel 287. De zaak wordt dan voorgelegd aan het tribunaal in Hamburg. Overigens kon deze kwestie ook aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag worden voorgelegd, zegt de jurist.

De gang van Georgetown naar het tribunaal in Hamburg, noemt Kruisland een "slimme zet". Dit tribunaal is namelijk bevoegd om op te treden in geschillen met betrekking tot de economische zones en territoriale wateren van landen die partij zijn bij de zeerecht conventie. Was Guyana met zijn claim naar het Internationaal Gerechtshof in Den Haag gestapt, dan zou Suriname kunnen counteren, door het dispuut met betrekking tot het Tigrigebied en de Corantijnrivier aan dit hof voor te leggen. In Hamburg kan dit niet. "Het is dus een slimmigheid van de Guyanezen", aldus mr Kruisland. Hij meent dat Suriname de grenskwestie allang aan het Hof in Den Haag had moeten voorleggen.

Nu de zaak bij Hamburg is voorgebracht, zal dat tribunaal de Surinaamse overheid daarvan op de hoogte stellen. Erkent Suriname de jurisdictie van het tribunaal, dan wordt het proces in gang gezet om te komen tot een beslissing. Het is vooralsnog onduidelijk hoe lang dit proces kan duren.

Bron:
,12-03-2004

  terug naar het nieuwsoverzicht

 

WWW.NICKERIE.NET

Copyright © 2004. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics