Nickerie, maandag 07 juni 2004  


‘Geloofwaardigheid als bananenproducent niet te grabbel gooien’

door Ricardo Carrot

De sluiting van het bacovenbedrijf Surland in 2002 kan voor politieke tegenstanders een foute zet zijn geweest van de huidige regering, maar volgens de Europese Unie een beslissing die het land nog op het nippertje een rol heeft bezorgd op de internationale bananenmarkt. "Suriname heeft te veel voordelen op andere landen om er niet het beste uit te halen en gereed te zijn voor de geliberaliseerde bananensector in 2006", zegt de EU-vertegenwoordiging in Suriname. Samen met acht andere toppers binnen de Stichting Behoud Bananensector Suriname (SBBS) was de EU op Jarikaba om de samenleving via de media te informeren over het reilen en zeilen binnen het bedrijf. De SBBS kwam de afgelopen dagen negatief in het nieuws door berichten van de Jarikaba Werknemersbond dat arbeiders ontevreden zijn en het werk vanwege slechte werkomstandigheden zouden neerleggen. "De SBBS kan zich een tweede serie stakingen niet permitteren", zegt de raad van commissarissen, onder leiding van André Brahim, desgevraagd. Afzonderlijk vertellen aanwezige rvc-leden aan dWT dat het werk op de bananenvelden zwaar is, maar dat er een bepaald beloningsstructuur daarvoor is vastgesteld. Het zou altijd beter kunnen, maar dat is een proces dat zich gaande weg moet ontwikkelen.

Arbeiders zeggen, onafhankelijk van elkaar, dat de situatie in het bedrijf door de voormalige bond is aangedikt. "A wroko bun. Soso a moni kan opo moro. A aantal bedie san u mus du wan dey, a hebi", zegt een werknemer, die daarmee aangeeft dat de groep waarin hij werkt dagelijks ongeveer twaalf ‘bedden’ met bananen moet afsnijden. Bij de SBBS zijn de werknemers allemaal volgens groepen ingedeeld en elk team heeft zijn eigen taakomschrijving (zie apart kader over Human Source Manager Leo Bakboord). De klachten over de werkomstandigheden verschillen van arbeider tot arbeider. Voor de een is het loon laag, voor de ander goed. De een vindt de werktijden van 7 uur ‘s morgens tot vier uur ‘s middags lang, de ander vindt het redelijk. Uit gesprekken blijken de salarissen te liggen tussen de 300 en 1000 Surinaamse dollar, wat ook weer afhankelijk is van het soort werk. Dat in de samenleving berichten zijn gelanceerd door de Jarikaba Werknemersbond heeft enkele arbeiders ook verbaasd, omdat zij niet zijn toegesproken door degenen die in de media zijn getreden. Het zou volgens de ondervraagden kunnen zijn dat enkele oud-werknemers nog lid zijn van de bond, maar van een algehele vertegenwoordiging is er nog geen sprake. De arbeiders zouden zich wel willen bundelen in een vakorganisatie, omdat ze menen daarmee meer te kunnen halen voor hun arbeid. Het is alleen de vraag of iedereen zich wil of zal laten vertegenwoordigen door bestuursleden van de Jarikaba Werknemersbond. "A bedrijf no mus’ tapu", zegt een andere werknemer. "Die a bedrijf tapu, no wan s’ma ben aksi san un o njan. Wan bond de nodig, maar a no den sref’ s’ma disi", luidt het antwoord van de werknemer. Volgens hem hebben de arbeiders een bond nodig, maar moeten ze de ruimte hebben om hun vertegenwoordigers aan te wijzen.

Beste van alles

De bacovensector heeft onder de naam Suriname Landbouwbedrijven de laatste jaren enorme slagen moeten incasseren. Prijzen daalden van 9,75 US dollar voor een doos in 1997 naar 6,65 US dollar in 2001 en verder naar 5,75 US dollar per doos in 2002. De Surlandbedrijven Jarikaba en Nickerie moesten na een uitzichtloze situatie in de sector in 2002 gesloten worden voor een nieuwe, frisse start. De SBBS werd in het leven geroepen. Een sluiting van Surland was bovendien nodig omdat Fyffes zich terugtrok als afnemer van het produkt en Surland sinds maart 2002 geen bacoven meer exporteerde. Suriname zou naar een andere afnemer moeten uitkijken om de bacoven toch op de Europese markt at te zetten. Het land had bovendien weinig ruimte om weer in de markt te komen, wat betekende dat opnieuw moest worden begonnen en een nieuwe partner nodig was. Simultaan met verandering van het bedrijfsmanagement is de verwaarloosde aanplant in 2002 kaalgekapt en is een geheel nieuwe grondbewerkings- en inzaaiprocedure ingezet. ‘A new commercial policy’ werd onder begeleiding van de EU door de SBBS opgezet om volledige controle te hebben over de bacovensector, de commerciële positie van het nieuw bedrijf te verstevigen en de beste prijzen te halen.

Op Jarikaba is momenteel 564 hectare ingeplant. "De opdracht is om in het eerste kwartaal van 2005 het hele areaal vol te planten, zodat het helemaal kan worden afgeoogst als de wereldmarkt in 2006 opengaat. Alleen dan heb je de concurrentiepositie om een bepaalde doosprijs te realiseren en te blijven concurreren", zegt Melvin Foen A Foe, Estate Director van Jarikaba. Per hectare moet het bedrijf dan zitten op de benodigde 40 ton per hectare zitten, wat het minimale is voor een bedrijf om in de markt te blijven. De prognoses zijn om dit jaar in totaal 1,450.000 dozen bacoven te exporteren, in 2005 is dat 4,593.000 dozen en in 2005 op te gaan naar 5,500.000 dozen. Uitvoering van het actieplan moet erin resulteren dat het nieuwe bacovenbedrijf, dat uit de SBBS moet ontstaan, een product levert met een zo laag mogelijke kostprijs.

Suriname zal kunnen concurreren als de kwaliteit van de bacoven niet onder doet voor andere wereldspelers en de prijs onder een bepaald minimum kan worden gehouden. Momenteel kan Suriname haar bacoven verkopen voor ongeveer 11,2 Euro per doos, wat neerkomt op 7,5 US dollar, en hiermee lager is dan de prijs van 8 US dollar die andere landen verkopen. Begonnen in maart 2004 is de export naar Europa tegen eind mei al opgelopen naar 233.36 dozen bacoven.

Zware dobber

Van een winst bij de SBBS kan als zodanig niet gesproken worden omdat de SBBS de activiteiten van Surland met miljoenen schulden, die moeten worden betaald, opnieuw is begonnen. Het bedrijf exporteert sinds dit jaar weer bananen onder de naam ‘Swietie’. Vanwege de schuldeisers kan Surland NV niet worden geliquideerd, wat volgens president commissaris Brahim wel zal gebeuren als het zover is. Surland heeft enorme financiële schulden, in US dollars en Surinaamse guldens, die voor een deel zijn overgenomen door de regering, een deel door de landbouwbank en een deel door de SBBS. Daarnaast waren er twee hypotheken, op de Nickerie operations van Kirpalani NV voor 400 miljoen gulden. Kirpalani wilde die plant verkopen, maar dat kon de SBBS op het nippertje voorkomen. Deze hypotheek was gebruikt om arbeiders via bonnetjes goederen te laten verkopen. Hetzelfde geldt voor een schuld bij City Center en bij de RBTT-Bank. "Die aflossingen plus nog een heleboel andere aflossingen zijn afgegaan van het werkkapitaal van 7,3 miljoen dollar dat wij van de regering beschikbaar hebben gekregen, in oktober uit de IDB-lening." Daarnaast heeft Suriname de beschikking over fondsen, om en bij 18 miljoen Euro, die de EU ter beschikking heeft om de bananensector weerbaar te maken voor 2006. Van dit bedrag, dat valt onder de naam ‘Special Framwork Assistance’, is ongeveer zeven miljoen Euro al gebruikt. Om voor deze fondsen in aanmerking te komen moet Suriname elk jaar een financieringsovereenkomst tekenen, dat gebeurt tussen het Ministerie van Planning en Ontwikkelingssamenwerking en de EU.

Brahim zegt dat het geen makkelijke taak is om de bacovensector weer in ere te herstellen. "Het hele reilen en zeilen van de SBBS is behept met een financieel probleem. En het vraagt de grootste stuurmanschap om er doorheen te komen en toch te zorgen dat we gaan naar het doel dat we hebben om in 2006 ruim 2.500 tot 2.600 man aan het werk te hebben. Het streven van de SBBS is om een bedrijf te hebben dat met een exportwaarde van 40 miljoen US dollar aan deviezen kan binnenbrengen. Het is de bedoeling om de SBBS te laten opgaan in de Food Agriculture Industries. Dan houdt de SBBS te bestaan en Surland ook. De SBBS werkt er hard aan en introduceerde een management informatie systeem waarmee alle bedrijfsprocessen gepland en in kaart kunnen worden gebracht. De president-commissaris wijst erop dat in dit nieuw bedrijfssysteem taakwerk een belangrijke rol vervult. "Iemand die meer taken binnen het zelfde tijdsbestek kan uitvoeren, krijgt ook een veel hoger inkomen. Bij het vorige Surland was het zo dat men allerlei emolumenten en incentives had gecreëerd, maar op den duur waren het automatische betalingen en werd er helemaal niet meer gemeten naar de prestaties die de mensen hadden verricht." Brahim benadrukt dat de SBBS er geen enkele baat bij heeft om mensen te weinig te willen betalen. "Wij willen in onze missie tevreden mensen hebben die graag terug komen naar het bedrijf om te werken. Dat is ons doel. Dus alles wat daar hinderlijk is op het pad ligt willen we voorkomen."

Brahim ontkent de bewering dat hij geen vakbond in het bedrijf zou willen. Hij wijst erop dat het een landbouwbedrijf is dat zeer gevoelig is voor staking, Vraagstellingen in deze richting dienen voorzichtig behandeld te worden. "Wij komen niet aan het grondrecht van mensen. Wij hebben wel arbeidsovereenkomsten afgesloten met deze mensen, waarbij van hun een bepaalde arbeid bedongen wordt en waarvoor wij ons verplicht hebben een bepaalde beloning tegenover te stellen. Dat is de verhouding die wij hebben. Is men van mening dat men die verhouding wil verbreken dat ontstaat er een nieuwe situatie. Gelet op de doelstelling dat wij naar privatisering willen overgaan, lijkt het mij niet wenselijk om reeds nu tegenover toekomstige mogelijke investeerders überhaupt het beeld te willen schetsen dat zij kort nadat zij hebben overgenomen tegen een staking kunnen aankijken. We weten wat de schade zal zijn als men daar het uiterste middel gaat toepassen." Brahim zegt eerder op een bepaalde, blijkbaar niet vriendelijke wijze over deze kwestie te hebben gereageerd, omdat mensen moeten beseffen waar ze over praten en de consequenties van een staking voor de economie niet uit het oog moeten verliezen. "Een bedrijf dat 40 miljoen dollar voor het land kan opbrengen, dan moet je toch alle maatregelen en voorwaarden scheppen dat het bedrijf gezond en wel mag blijven voortgaan. Wij zijn voorstander om de mensen goed te belonen, mits de verdiensten daar aanwezig zijn. We zijn ervan overtuigd dat die mogelijkheid aanwezig is en wij winsten kunnen gaan maken en de mensen navenant kunnen belonen." Brahim is voorstander van een blijvende betrokkenheid van arbeiders, als de situatie dat toelaat, desnoods middels aandelen, maar dat is iets dat de toekomst moet uitwijzen.

Kader: Taakomschrijving

HR-Manager Lee Bakboord noemt het beloningssysteem van de SBBS zeer gevarieerd. Er is een uurloon-systeem, een taaksysteem en een maandelijkse beloningssysteem. Het laatste is een maandsalaris gebaseerd op de functie die een werker uitoefent. De functies zijn ook vernieuwd, in kaart gebracht en beschreven, gewaardeerd en er is een bepaald salaris aan gekoppeld. Het uurloonsysteem is gebaseerd op het aantal uren dat mensen werken. Het laagste loon is SRD 2 Surinaamse dollar per uur. In het taaksysteem bepaalt de werknemer zijn salaris per dag. "Doet hij drie bedden per dag, dan krijgt hij de prijs van drie bedden voor die dag. Doet hij honderd, dan krijgt hij voor honderd uitbetaald." Daarnaast is er een incentive-systeem aan gekoppeld, dat te maken heeft met de kwaliteit van de geleverde prestaties, naast de kwantiteit. Er is een minimum, maar er is ook een maximumloon. Een werknemer kan niet ongelimiteerd bezig zijn. Dat kan betekenen dat hij zijn werk niet goed gedaan heeft. Berekend is dat het gemiddeld loon over april 2004 komt op 968 Surinaamse dollar. Voor werkers in het veld 698 Surinaamse dollar. Voor oogstpersoneel is voor vier dagen per week gemiddeld 400 Surinaamse dollar berekend. "Nogmaals, dit is manuele arbeid voor heel laag geschoolde mensen. Als u dat spiegelt naar wat in het bedrijfsleven en de maatschappelijke realiteit wordt betaald, kunt u onmogelijk de conclusie trekken dat we de mensen niet betalen."

In 2003 zocht de SBBS contact met negen potentiele bacovenorganisaties in verschillende Europese landen. In Groot Brittannië waren het Fyffes (die 650.000 dozen per week kan/wil afnemen) en Mack Multiple Division (80.000 dozen per week). In Frankrijk: Intermarche (120.000 dozen per week), Pomona 150.000 dozen), Agrisol (100.000 dozen) en Frandis (30.000 dozen). In Italië was Simba (200.000 dozen). In België was dat SIPEF (30.000 dozen per week) en in Polen het bedrijf Expans (15.000 dozen per week).

Uiteindelijk is gekozen voor Agrisol uit Groot Brittannië, als marketing en commerciële vertegenwoordiging van de SBBS. Met dit bedrijf is vorig jaar december een contract voor een jaar gesloten. Van een samenwerking met Agrisol is ook gebruik gemaakt, vanwege de import licenties die dit bedrijf heeft in de EU. Agrisol is een middel-groot bedrijf dat gespecialiseerd is in de import en productie van bacoven, ananas en manja, in de Franse Eilanden, Ivoorkust en Kameroen. Agrisol verkoopt jaarlijks 97.000 ton bacoven en is de eerste importeur van ananas in Europa.

Als er geen technische problemen zijn wordt er wekelijks ongeveer 20 hectare met jonge bananenbomen ingeplant op Jarikaba. In Nickerie is dat 15 hectare, omdat het areaal daar iets kleiner is. Jarikaba is goed voor ongeveer 1353 hectare landbouwareaal voor bananenproductie. Nickerie heeft 1012 hectare voor de bacovensector ter beschikking. De SBBS moet bij de beplanting sterk rekening houden met de bladvlekkenziekten, zoals de Sigatoga, die in elke banaanaanplant kunnen voorkomen. Suriname heeft ‘het geluk’ dat hier Yellow Sigatoga voorkomt, wat minder agressief is dan de Black Sigatoga, die andere landen teistert. Sigatoga is een schimmel die zich nestelt op het blad en hem door infectie kapotmaakt. De SBBS heeft een systematisch fungicide, waardoor hierop snel ingespeeld kan worden. Suriname kent nu een vrij lage ziektedruk, in vergelijking tot het vorig bacovenbedrijf en ook de rest van de industrie. Waar in het verleden 24 keer per jaar wordt gespoten, is dat in 2003 slechts zes keer geweest en voor dit jaar slechts drie.

 

Bron:
, 05-06-2004

 

 

WWW.NICKERIE.NET

Copyright © 2004. All rights reserved.

Designed by Galactica's Graphics