Nickerie - verleden, heden en de toekomst

door

Kenneth R. Donk

De Mulo van Nickerie met landbouwrichting (1960)


Tijdens de verkiezingscampagnes voor de verkiezingen van 25 mei jl. hebben partijen en/of combinaties de belofte gedaan aan de kiezers, dat zij ervoor zouden zorgen dat Nickerie in de naaste toekomst zou mogen beschikken over een Landbouwschool. Soms sprak men van een Hoge Landbouwschool, dan wel over een school op middelbaar niveau en dan weer over een Lagere Landbouwschool. Vele mensen in Nickerie en Suriname weten echter niet, dat Nickerie al halverwege de vorige eeuw een landbouwrichting had op de Muloschool. Naast de bekende A en B richting, kende de school een L.-richting. Deze L.-richting heeft studenten afgeleverd. Enkele vonden hun bestaan in de landbouw, andere werden deskundigen en werden op ministeries en in bedrijven te werk gesteld. Nickerie verkeerde toen in een crisis en het tij moest worden gekeerd. Als wij naar het heden kijken, niets nieuws onder de zon dus. Ik voer u terug in de geschiedenis.

De plaatselijke situatie toen

Rond 1959 was er een zeker evenwicht te bespeuren in het “ Nickeriaanse wereldje”, tussen de vesting, dat is het stadje, en de polders. Maar aan dit evenwicht dreigde een einde te komen, daar de urbanisatie zich steeds duidelijker manifesteerde in de vorm van een trek van de polders naar het stadje en anderzijds van Nickerie naar Paramaribo. Er dreigde gevaar van verpaupering en onverschilligheid over alles wat uitging boven de “eerste levensbehoeften”. Er was heel wat baldadigheid ( zich niet beperkend tot de jeugd), baldadigheid die grensde aan misdadigheid, werkloosheid en drankmisbruik onder de meeste bevolkingsgroepen. Nickerie kende een sociaal probleem, het vrijetijds probleem (baldadigheid en drankprobleem) en een economisch probleem, een smalle economische basis met geringe arbeidsplaatsen. Verbreding van die economische basis zou op de eerste plaats de zorg van de overheid moeten zijn, echter ging men ervan uit dat de bevolking niet passief moest blijven. Die zou moeten inspelen op zaken, wanneer de overheid gunstig zou handelen ter verbetering van de situatie.

 

Mulo I: toneelstuk van de school” Virgonda en Leonto”

Nickerie had in 1959  reeds tien jaren een Muloschool, Mulo I, de huidige R.G.Bueno Bibazschool. Dit feit werd groots gevierd. Bekend was toen het toneelstuk van de school” Virgonda en Leonto”, dat vele malen moest worden opgevoerd. De school telde een leerlingen aantal van 300. Het was de wens van bijna alle ouders in het district dat de kinderen op de lagere school klaar werden gemaakt voor het Mulo toelatingsexamen. Een kleine minderheid binnen de gemeenschap, had ongunstig gereageerd op de intrede van deze schooltype in Nickerie in 1949. Ze vonden zo een school nog te prematuur en zelfs gevaarlijk voor het district. Steeds meer kinderen bezochten echter de school, in 1957 slaagden voor de toelating 107 en in 1958 137 kinderen, elk jaar meer dan 100. Maar ongeveer drie van de vijf toegelaten leerlingen, verlieten de Muloschool in de eerste of tweede klas en werden als teleurgestelde jonge mensen op de samenleving losgelaten. Deze jonge mensen vormden een gevaar, dat nog vergroot werd door de groep die na de lagere school geen verder onderwijs kon volgen. Een ander probleem was dat van de afgestuurde Muloschool leerlingen, die zich te goed vonden voor “ gewoon werk” en zich uitsluitend richtten op de “ witte-boorden-baantjes”. De markt binnen de kleine gemeenschap was echter gauw verzadigd. Voor de sociale en economische problemen, moesten oplossing worden gezocht. Aandacht moest worden besteed aan het probleem van de teleurgestelde jongeren en de “ knappere jeugd” moest iets praktisch leren, om kansen te kunnen grijpen en ondernemend te worden in gunstigere zin. Op 20 juli 1960 schreven jonge studenten een brief gericht aan de Staten van Suriname waarin zij o.a. aanhaalden: “ Naderen u beleefd, doch dringend met het verzoek alle stappen te ondernemen teneinde de Mulo-landbouw, zoals door het departement van Onderwijs en Landbouw, Veeteelt en Visserij en het hoofd van de Muloschool aldaar, voorgesteld, nog met het komend schooljaar aan te vangen.

Ten overvloede zij hierbij toegevoegd dat de Mulo-landbouw:

  1. Grote voordelen biedt aan landbouwkinderen, die later, middenstandsboeren wensen te worden.
  2. De grote trek van werkzoekende Nickeriaanse jongeren naar Paramaribo aanmerkelijk zal doen verminderen.

Reden te meer waarom de jonge Nickerianen op u allen, vroede vaderen van ons volk, een dringend beroep doen, om alle pogingen aan te wenden, opdat de voorgestelde Mulo-landbouw, nog met het komend schooljaar kan aanvangen.

Was getekend door de volgende studenten: R.Wismamitre, S.Ramlall, R.Kamta, Moh. Alihoessein, R.Sewbaran en R.Gobardhan”.

Van links naar rechts, de grote mannen van toen in Nickerie: Ir. A. van Dijk, D.C. E. Robles en onderwijzer G.G.Maynard

Het succes liet niet lang op zich wachten. Het geesteskind van de directeur van de Muloschool, de heer Eggens, zou worden uitgevoerd.

Op woensdag 27 juli 1960 hield de D.C. van Nickerie , E.A.Robles een persconferentie over de invoering van Mulo Landbouw. Aanwezig waren de heer Eggens, de landbouwleraar Mac Gillavrey om de nodig gestelde vragen te beantwoorden. De D.C. feliciteerde de heer Eggens namens de regering met zijn gedegen plan en sprak de hoop uit, dat het hem gegeven mogen zijn in lengte van dagen de leiding van de school in handen te hebben voor de verdere ontwikkeling van het schitterend plan.

De districtscommissaris deed de volgende dag een bekendmaking de deur uitgaan:” Dat het departement van Onderwijs en Volksontwikkeling heeft besloten, dat bij de aanvang van het schooljaar 1960-1961, naast de afdelingen A en B de afdeling L op de Mulo te Nickerie zal worden ingevoerd.( L. voor landbouw). Het onderwijs in deze afdeling agrarisch gericht zal zijn en aan jongens gegeven zal worden, het evenals de afdelingen A en B, aansluit op de tweede klas Mulo”. In de bekendmaking worden tien redenen aangegeven voor het doen beginnen met het landbouwonderwijs. Voor u geachte lezer noteer ik vier daarvan:” Het einddiploma van de afdeling L. zal een volwaardig Mulo-diploma zijn en mogelijkheid bieden tot: verdere studie ( Hogere School voor Tropische Landbouw te Deventer), tewerkstelling bij de Overheid( Departement LVV), tewerkstelling bij grote particuliere bedrijven, het vormen van onderlegde middenstandsagrariërs.

Het plan

Al in augustus 1958 was er een rapport geschreven, om in Nickerie tegemoet te komen aan de behoefte van de bevolking. De behoefte aan “ een stevig georganiseerde economische en sociale verheffing van de bevolking. Men dacht aan de vergroting van de vakbekwaamheid van de mensen of op peil houden daarvan. Begrip hebben voor de snel veranderende omstandigheden, de bevordering van een positieve mentaliteit en de aanpak van het vrijetijdsprobleem”.

Men streefde naar de sociaal-economische beïnvloeding van de jeugd door te komen met een V.G.L.O. of Elementaire Maatschappij School, waarop hoofdzakelijk bekwaamheden voor landbouw en ambacht zouden worden aangebracht. Te zorgen voor Mulo onderwijs  met een groot nuttig rendement, een Muloschool met een landbouw  en huishoud richting, L en H richting. Benadrukt dient te worden dat de huishoudrichting voor de meisjes ook agrarisch onderwijs zou moeten bevatten. Daarnaast dacht men aan de sociaal-economische beïnvloeding van de ouderen door de bekwaamheden op landbouw en ambacht gebied te bevorderen en bij aanwezigheid daarvan, die op peil te houden. Het vrije-tijds probleem zou aangepakt worden met het instellen van een Gemeenschapshuis. Er werd voorgesteld te komen tot een synthese van deze inspanningen. Dus in plaats van ergens een gemeenschapshuis te bouwen, aparte voorzieningen te treffen voor E.M.S. en de Muloschool, de mogelijkheid te bekijken te komen tot een gebouw dat verscheidene functies zou vervullen. De combinatie Gemeenschapshuis-V.G.L.O.-Mulo werd gezien als het vormingscentrum voor zeer velen( zo niet allen), die de lagere school verlaten hebben. Geachte lezer, het zou mij te ver voeren u het gehele plan voor te houden. Ik beperk mij daarom tot het Mulo onderwijs met een L en H richting.

Voor de reorganisatie van de Muloschool had men vakleerkrachten nodig voor het verzorgen landbouwonderwijs evenals het landbouw-huishoudelijkonderwijs. Aan het Mulo-onderwijs werd een dubbele taak toegekend. Ten eerste Nickerie zijn aandeel te laten leveren voor de “ intelligentia” van het land, de vooropleiding te zijn voor AMS, SKS en Kweekschool A. Ten tweede Nickerie te helpen aan ontwikkelde burgers. Het Mulo A diploma werd gezien als eind onderwijs, ten behoeve van de handel en kantoren. Met als aanvulling hierop het einddiploma L voor jongens en het eind diploma H voor meisjes. Het diploma H voor meisjes moest goede kansen bieden om in eigen huiselijke en sociale omgeving het levens- en welvaartspeil te verheffen.

Mulo met L en H richting

De jongens met het diploma L zouden verschillende mogelijkheden hebben. Ze zouden binnen het familiebedrijf indien die groot genoeg was aan hun trekken kunnen komen. Daarnaast zouden zij in de toekomstige uitbreiding van Wageningen aan hun trekken kunnen komen. Ook zouden zij nieuwe bedrijven kunnen stichten buiten het in cultuur gebrachte deel van Nickerie.

De bezitters van de agrarische diploma’s , zowel L als H zouden in de polders de voorbeelden moeten vormen. Zij zouden het contact met de overheid( LVV) en met de bevolking moeten verbeteren, door betere geëxploiteerde bedrijven op te zetten en de polders bewoonbaarder te maken. De urbanisatie zou beperkt kunnen worden.

Voor de agrarische richting voor de jongens, de L richting zou een schoolbedrijf voor natte en droge gewassen in de van Pettenpolder worden opgezet.

Naast Nederlands, Engels, Bedrijfsboekhouding, Burgerschapskunde en Sport, werden echte agrarische vakken op de L richting onderwezen. Mulo-leraren met een landbouwakte en personeel van LVV gaven plantkunde, veeteelt, bodemkunde, bemestingleer, natuurkunde, scheikunde, algemene en bijzondere plantenteelt, cultuurtechniek en agrarische technologie, landbouwmechanisatie( monteurwerk en het gebruik van machines) en timmeren. Het Mulo onderwijs was werkelijk op heel hoog niveau. Te bedenken dat enkele Nickeriaanse jongeren vanuit deze opleiding door gestoomd zijn naar hoge landbouwscholen in Nederland, zoals de Hoge Landbouwschool te Deventer. Anno 2005 moeten wij helaas het ei van Columbus voor landbouw onderwijs voor Nickerie ontdekken.

Voor de Agrarische en Huishoudelijke afdeling voor meisjes, het Mulo einddiploma H moest ook in de van Pettenpolder een schoolbedrijf voor groenten-, kruiden-, en bloementeelt komen. Naast de vakken Nederlands, Engels, Burgerschapskunde  en Sport werden vakken als Huishoudelijk Beheer en Gezinsbegroting verzorgd. Ook groenteteelt, Bloementeelt en Kleinveeteelt waren in het vakkenpakket. Daarnaast Koken en Voedingsleer, Voedingsleer en Warenkennis.

Terug naar af

Mulo I, de huidige R.G.Bueno Bibazschool had in 1960 al  een landbouwrichting.

In 1960 waren de L en H richting operationeel. Het zou maar enkele jaren duren voordat de L richting voor goed zou verdwijnen. Het moet heten dat de overheid niet over voldoende bevoegde leerkrachten voor de vooral de L richting kon beschikken. Na enkele jaren gingen de bevoegde krachten terug naar Paramaribo of Nederland. De nodige financiële middelen bleven uit om krachten aan te trekken en de afdeling staande te houden. Of was er onvoldoende belangstelling omdat de studie toch niet “eenvoudig” was? In elk geval de L.-afdeling hield na enkele jaren op te bestaan.  De H richting kreeg gehavend onderdak in het inmiddels opgezette gebouw dat een ook een Gemeenschapshuis zou zijn.

 

Het werd een LBGO ( Walther Hewitt) met brugklassen voor de Muloschool, en blokcursussen voor meisjes, voor diegenen die echt niet meekonden. De school bestaat nu niet meer. In het gebouw is thans de Kweekschool gehuisvest. Nickerie maakt wederom een crisis door. De landbouwsector is voor de gewone man zo goed als dood. De werkloosheid is groeiende, drugsgebruik en alcoholgebruik stijgende, de criminaliteit neemt toe. Met man en macht probeert men het hoge percentage van zelfdoding omlaag te brengen. De Kweekschool levert onderwijzers die moeilijk aan een baan komen. Zij die van de Mulo (zonder toelating voor VOJ), het Lyceum en het Havo komen vormen de steeds groter wordende groep van de hedendaagse teleurgestelde jeugd. De trek naar Paramaribo neemt gestadig toe. De SML is bankroet en de toekomst van de bacovensector is alles behalve zeker. Wederom is er een roep naar een Landbouwschool. De geschiedenis die zich herhaalt? Maar met het ontbreken van rolfiguren in de gemeenschap en door polarisatie, gevoelloosheid, patronage en het ontbreken van de echte onbaatzuchtige politieke wil tot verheffing, schijnt de situatie alleen maar erger te zullen worden.

K.R.Donk, 6 juli 2005

Reacties Kenneth Donk: kennethdonk@yahoo.com

Graphics Akhiel Mahabier: info@nickerie.net

 

naar boven

 

Overzicht van reeds verschenen artikelen

 

WWW.NICKERIE.NET

Copyright © 2003 - 2006 . All rights reserved.

Designed & hosted by Galactica's Graphics